Uitspraak
Omvang van het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
9 januari 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 11 januari 2019 te Amsterdam opzettelijk één of meer ambtena(a)r(en), te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1], gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/hun bediening, in zijn/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/hen de onder andere de woorden toe te voegen: "Kankerflikker" en/of "Kankerlijer" en/of "Ik neuk je kankermoeder" en/of "Kankerhomo", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
hij op of omstreeks 11 januari 2019 te Amsterdam [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen "Ik maak je dood" en/of "Ik maak je af" en/of "Ik maak je kapot", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij op 11 januari 2019 te Amsterdam opzettelijk een ambtenaar, [slachtoffer 2], gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem toe te voegen: "Kankerflikker" en "Kankerlijer" en "Ik neuk je kankermoeder" en "Kankerhomo".
hij op 11 januari 2019 te Amsterdam [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door [slachtoffer 2] dreigend toe te voegen "Ik maak je dood" en "Ik maak je af" en "Ik maak je kapot".
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
23 januari 2020.