Op 19 oktober 2020 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 25 oktober 2019 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1980, die wordt beschuldigd van mishandeling. De feiten zijn gepleegd op 6 januari 2019 te Beverwijk en op 8 januari 2019 te Zaandam, gemeente Zaanstad. De verdachte is door de politierechter eerder veroordeeld, maar heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren en 30 dagen hechtenis, met de mogelijkheid dat deze hechtenis kan worden omgezet indien de taakstraf naar behoren wordt verricht. Het hof heeft rekening gehouden met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, wat invloed heeft op de strafmaat.
Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij, die schadevergoeding eiste, niet-ontvankelijk verklaard. Het hof heeft bepaald dat de benadeelde partij zijn vordering alleen bij de burgerlijke rechter kan indienen. De kosten die door de benadeelde partij zijn gemaakt, zijn begroot op nihil tot aan de datum van deze uitspraak.