ECLI:NL:GHAMS:2020:3970

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 september 2020
Publicatiedatum
18 oktober 2021
Zaaknummer
23-002588-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de herkomst van een Aston Martin in verband met witwassen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het witwassen van een Aston Martin. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht weken. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, behalve ten aanzien van de beslissing over het beslag, dat vernietigd werd. De verdachte had een verifieerbare verklaring afgelegd over de herkomst van de Aston Martin, maar er bleven vragen bestaan over de aanschaf en herkomst van de auto. Het hof oordeelde dat de verklaring van de verdachte onvoldoende weerlegd was om te concluderen dat de auto uit misdrijf afkomstig was. Hierdoor werd de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. Het hof benadrukte dat het openbaar ministerie de bewijslast heeft om aan te tonen dat de auto uit een misdrijf afkomstig is. De beslissing over het beslag werd vernietigd omdat de auto niet onder de verdachte in beslag was genomen, maar onder een andere persoon. Het hof deed in zoverre opnieuw recht en bevestigde het vonnis voor het overige.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-002588-19
Datum uitspraak: 17 september 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 2 juli 2019 in de strafzaak onder parketnummer
13-104003-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
3 september 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht weken.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de beslissing betreffende het beslag – in zoverre zal het vonnis worden vernietigd – en met dien verstande dat het hof de motivering van de vrijspraak vervangt door onderstaande motivering.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het witwassen van een auto, merk Aston Martin. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het kenteken van de auto hoorde bij een andere auto en de omstandigheden waaronder de auto is verworven, schimmig zijn.
Naar bestendige jurisprudentie kan in een geval als het onderhavige, waarin geen direct bewijs aanwezig is voor inkomsten uit brondelicten, witwassen bewezen worden geacht, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het tenlastegelegde voorwerp, de Aston Martin, afkomstig is uit enig misdrijf. Het ligt op de weg van het openbaar ministerie om zicht te bieden op het bewijs waaruit zodanige feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid. De toetsing door de rechter dient daarbij de volgende stappen te doorlopen.
Allereerst zal moeten worden vastgesteld of de aangedragen feiten en omstandigheden van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen. Indien dit zich voordoet, mag van de verdachte worden verlangd dat zij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp. Die verklaring dient concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk te zijn. Bij de beoordeling van deze verklaring spelen de omstandigheden waaronder en het moment en de wijze waarop deze tot stand is gekomen mede een rol. Zodra het door de verdachte aldus geboden tegenwicht daartoe aanleiding geeft, ligt het vervolgens op de weg van het openbaar ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, alternatieve legale herkomst van het voorwerp. Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal dienen te blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp waarop de verdenking betrekking heeft een legale herkomst heeft en dat derhalve een criminele herkomst als enige verklaring overblijft.
Op 5 december 2018 zagen verbalisanten een Aston Martin rijden die voorzien was van een Duits kenteken. Zij hebben het kenteken bevraagd in de politiesystemen en zagen dat het kenteken hoorde bij een Audi A5. De verbalisanten hebben de bestuurder van de auto het stopteken gegeven en hebben het voertuig onderzocht. De verbalisanten zagen dat beide kentekenplaten op de auto er erg nieuw uitzagen, maar scheef waren gemonteerd. Vervolgens hebben zij het chassisnummer gecontroleerd. Via de politiesystemen is het chassisnummer bevraagd bij de autoriteiten in verschillende landen en nergens kwam een corresponderend voertuig naar boven. Gelet op deze feiten en omstandigheden is het vermoeden gerechtvaardigd dat sprake is van witwassen. Van de verdachte mag dus worden verlangd dat zij een verklaring geeft over de legale herkomst van de Aston Martin.
De verdachte heeft een verifieerbare verklaring afgelegd over de historie van de Aston Martin, hoe deze in haar bezit is gekomen en wat er met de auto is gebeurd. De politie heeft nader onderzoek gedaan naar deze verklaring. Dit onderzoek bevestigt de verklaring van de verdachte op onderdelen. Alhoewel vragen blijven bestaan over de aanschaf en herkomst van de Aston Martin, wordt de verklaring van de verdachte onvoldoende weerlegd om te kunnen concluderen dat het niet anders kan zijn dan dat de Aston Martin afkomstig is uit misdrijf.
Daarmee is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte primair en subsidiair is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Beslag

In eerste aanleg heeft de politierechter gelast dat de onder de verdachte in beslag genomen Aston Martin in bewaring wordt gehouden ten behoeve van de rechthebbende. Uit het politiedossier blijkt niet dat de Aston Martin in beslag is genomen onder de verdachte, maar onder [naam], de man die in de Aston Martin reed toen de politie de auto het stopteken gaf. De kennisgeving van beslag is ook op zijn naam uitgegeven. In de zaak van de verdachte zijn geen voorwerpen in beslag genomen waarover het hof heeft te oordelen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de beslissing betreffende het beslag en doet in zoverre opnieuw recht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. P.C. Römer en mr. A.R.O Mooy, in tegenwoordigheid van
mr. J.M. van Riel, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
17 september 2020.
mr. A.R.O Mooy is buiten staat dit arrest te ondertekenen.