ECLI:NL:GHAMS:2020:3912
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep wegens zelfverdediging na mishandeling
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder veroordeeld voor mishandeling van de benadeelde partij, maar heeft hoger beroep ingesteld. De tenlastelegging betrof een incident op 5 maart 2018, waarbij de verdachte de benadeelde partij zou hebben mishandeld door haar in het gezicht te slaan en aan haar haren te trekken. Tijdens de zittingen in hoger beroep zijn de verklaringen van de verdachte en de benadeelde partij onderzocht. Het hof constateerde dat de verklaringen wezenlijk verschilden en dat er geen objectieve bewijsmiddelen waren die de toedracht van het incident konden verduidelijken. Hierdoor kon het hof niet uitsluiten dat de verdachte uit zelfverdediging had gehandeld. Gezien deze omstandigheden heeft het hof het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde mishandeling. Daarnaast werd de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan het tenlastegelegde handelen. Het hof heeft bepaald dat beide partijen hun eigen kosten dragen.