Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
hij op of omstreeks 02 september 2018 te Amsterdam, in de woning, het besloten lokaal en/of het erf, gelegen in/aan de [adres 1], bij een ander, te weten bij [benadeelde] en/of [slachtoffer 2], althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen, waarbij hij, verdachte, bedreigingen heeft geuit en/of zich heeft bediend van middelen, geschikt om vrees aan te jagen, te weten het vastpakken en/of vastgrijpen van die [slachtoffer 2] en/of het omver werpen en/of gooien van meubilair.
2.
hij op of omstreeks 02 september 2018 te Amsterdam, in elk geval in Nederland opzettelijk en wederrechtelijk een bank(stel) en/of een stoel, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan [slachtoffer 2] en/of [benadeelde] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij op 2 september 2018 te Amsterdam in de woning aan de [adres 1], bij [benadeelde] en [slachtoffer 2] in gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen, waarbij hij zich heeft bediend van middelen, geschikt om vrees aan te jagen, te weten het omver gooien van meubilair.
2.
hij op 2 september 2018 te Amsterdam opzettelijk en wederrechtelijk een bank toebehorende aan [slachtoffer 2] en [benadeelde], heeft beschadigd.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
telkensop:
telkensop:
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vorderingen tenuitvoerlegging
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) dagen.
€ 700,00 (zevenhonderd euro)bestaande uit € 400,00 (vierhonderd euro) materiële schade en € 300,00 (driehonderd euro) immateriële schade.
verplichtingop om
aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd B. [benadeelde], ter zake van het in zaak B onder 1 en 2 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
gijzelingop ten hoogste
14 (veertien) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.