ECLI:NL:GHAMS:2020:3881

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 oktober 2020
Publicatiedatum
19 april 2021
Zaaknummer
23-002861-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep na camerabeelden die de verdachte tonen als iemand die een confrontatie wilde stoppen

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 6 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor geweldpleging, maar heeft hoger beroep ingesteld. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 5 maart 2017 in Den Helder, waar de verdachte zou hebben deelgenomen aan een gewelddadige confrontatie. Tijdens de zittingen in hoger beroep, die plaatsvonden op 5 juni 2018, 22 oktober 2018, 13 februari 2020 en 22 september 2020, zijn camerabeelden getoond die cruciaal bleken voor de beoordeling van de zaak.

Het hof heeft vastgesteld dat de beelden aantonen dat de verdachte niet heeft deelgenomen aan het geweld, maar juist heeft geprobeerd de confrontatie te stoppen. Zowel de advocaat-generaal als de raadsman waren van mening dat de verdachte integraal vrijgesproken moest worden. Het hof heeft deze mening overgenomen en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat niet bewezen kon worden dat hij zich schuldig had gemaakt aan de hem ten laste gelegde geweldpleging.

Daarnaast heeft de benadeelde partij, die zich in eerste aanleg had gevoegd met een vordering tot schadevergoeding, geen recht op schadevergoeding gekregen, omdat de verdachte niet schuldig was bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Het hof heeft bepaald dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en dat beide partijen hun eigen kosten dragen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002861-17
datum uitspraak: 6 oktober 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 11 juli 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-063123-17 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 juni 2018, 22 oktober 2018, 13 februari 2020 en 22 september 2020.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 5 maart 2017 te Den Helder, openlijk, te weten een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, [winkel] (locatie [adres 2]), in vereniging geweld heeft gepleegd tegen personen, welk geweld bestond uit het:
  • met zijn haren in het gezicht slaan/zwaaien van [benadeelde] en/of
  • vastpakken en/of op de grond gooien van [benadeelde] en/of
  • zitten op het lichaam van [benadeelde] en/of
  • (met gebalde vuist) in het gezicht slaan van [benadeelde] en/of
  • schoppen met een voet op/tegen het hoofd van [benadeelde] en/of
  • staan met een voet op het hoofd van [benadeelde] en/of
  • staan met de voet op de arm van [benadeelde];
subsidiair:
hij op of omstreeks 5 maart 2017 te Den Helder, althans in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, [benadeelde] heeft mishandeld door:
  • het met (zijn) haren in het gezicht slaan/zwaaien van [benadeelde] en/of
  • het vastpakken en/of op de grond gooien van [benadeelde] en/of
  • het zitten op het lichaam van [benadeelde] en/of
  • het (met gebalde vuist) in het gezicht slaan van [benadeelde] en/of
  • het schoppen/trappen met een voet op/tegen het hoofd van [benadeelde] en/of
  • het staan met een voet op het hoofd en/of de arm van [benadeelde].
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering. Het hof komt daarnaast tot een andere beslissing omtrent de bewijsvraag dan de politierechter.

Vrijspraak

Het hof leidt uit de ter terechtzitting in hoger beroep getoonde camerabeelden af dat de verdachte de fysieke confrontatie tussen de medeverdachte [medeverdachte] en aangeefster [benadeelde] juist heeft willen stoppen in plaats van dat hij hieraan heeft deelgenomen. Met de advocaat-generaal en de raadsman is het hof van oordeel dat de verdachte zich daarom niet schuldig heeft gemaakt aan hetgeen hem primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 600,00, bestaande uit immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 450,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het primair of subsidiair tenlastegelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Bepaalt dat de benadeelde partij en de verdachte ieder hun eigen kosten dragen.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. F.M.D. Aardema en mr. P.F.E. Geerlings, in tegenwoordigheid van mr. A. Ivanov, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 oktober 2020.
mr. M.L.M. van der Voet is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]