In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Polen in 1980, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor het besturen van een motorrijtuig terwijl hem de rijbevoegdheid was ontzegd. De tenlastelegging betrof een incident op 12 februari 2019 te Hoofddorp, waar de verdachte op de A5 een personenauto bestuurde, ondanks dat hij wist dat hem deze bevoegdheid was ontnomen. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft geacht. Het vonnis van de politierechter, die de verdachte had veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, werd vernietigd. In plaats daarvan legde het hof een taakstraf van 28 uur op, waarbij het hof rekening hield met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn inzicht in de ernst van zijn gedrag. Het hof heeft ook de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid afgewezen, omdat de verdachte zijn rijbewijs nodig heeft voor werk. De beslissing van het hof is genomen in het belang van de verkeersveiligheid, maar ook met oog voor de persoonlijke situatie van de verdachte.