In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Polen en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor soortgelijke misdrijven. Hij had op 12 juni 2019 opzettelijk niet voldaan aan een ambtelijk bevel van de burgemeester van Amsterdam, dat hem verbood zich in een bepaald gebied te bevinden. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar. Het hof heeft rekening gehouden met de positieve ontwikkelingen in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals zijn afkicken van verdovende middelen en het behalen van zijn rijbewijs. Deze factoren hebben bijgedragen aan de beslissing om een voorwaardelijke straf op te leggen, om zo recidive te voorkomen. Het hof benadrukt de ernst van het feit en de noodzaak voor de verdachte om zich in de toekomst aan de wet te houden.