In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 29 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Polen en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor een soortgelijk feit en had zich schuldig gemaakt aan het niet voldoen aan twee ambtelijke bevelen van de burgemeester van Amsterdam. De tenlastelegging betrof het niet naleven van een gebiedsverbod in Amsterdam op 5 mei 2019 en 29 mei 2019. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk niet heeft voldaan aan deze bevelen, wat resulteerde in een veroordeling. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee maanden, maar het hof heeft in hoger beroep besloten om een taakstraf van 180 uren op te leggen, met de mogelijkheid van 90 dagen vervangende hechtenis. Dit besluit werd genomen in het licht van de positieve ontwikkelingen in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die na zijn uitzetting naar Polen zijn leven had verbeterd en inmiddels weer in Nederland woonde en werkte. Het hof heeft ook de proeftijd van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf met één jaar verlengd, in plaats van deze ten uitvoer te leggen.