ECLI:NL:GHAMS:2020:3624
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en toekenning eenhoofdig gezag aan de moeder in een situatie van huiselijk geweld
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezamenlijk gezag over twee minderjarige kinderen, [kind 1] en [kind 2]. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft op 24 januari 2020 hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin het gezamenlijk gezag werd beëindigd en het eenhoofdig gezag aan de vrouw werd toegekend. De vrouw, verweerster in hoger beroep, heeft in haar verweerschrift aangegeven dat er sprake is van een onaanvaardbaar risico voor de kinderen door de disfunctionele ouderrelatie, die gekenmerkt wordt door huiselijk geweld en een gebrek aan communicatie. De man heeft betoogd dat de situatie is verbeterd en dat hij betrokken wil blijven in het leven van de kinderen.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het hof heeft vastgesteld dat de man in het verleden is veroordeeld voor mishandeling van de vrouw en dat er een contactverbod is opgelegd. De vrouw heeft aangegeven dat zij angst heeft voor de man en dat de kinderen onder toezicht zijn gesteld vanwege de problematiek in de ouderrelatie. De GI heeft geen inzicht in de situatie van de man en er zijn zorgen over zijn gedrag en de omgang met de kinderen.
Het hof heeft geoordeeld dat het gezamenlijk gezag niet kan worden voortgezet, omdat de communicatie tussen de ouders ernstig verstoord is en er een onaanvaardbaar risico bestaat dat de kinderen klem of verloren raken tussen de ouders. De vrouw heeft de afgelopen jaren stabiliteit en zorg voor de kinderen geboden, en het hof heeft besloten om het gezag aan de vrouw toe te kennen, in het belang van de kinderen. De beschikking van de rechtbank is bekrachtigd, en het hof heeft de zaak afgesloten met de beslissing dat de man niet in het gezag kan blijven participeren.