Daarenboven geldt het volgende.
De man was, zoals gezegd, zowel voor als na zijn ziekte stellig en zelfbepalend. Hij heeft de vrouw tijdens zijn ziekte gevolmachtigd en korte tijd later zijn zakelijke belangen zelf weer ter hand genomen, waarmee hij geen problemen had. De man is zowel voor als na zijn ziekte standvastig geweest in zijn wens tot het wijzigen van de huwelijkse voorwaarden, hij heeft zelf daartoe de afspraken met de notarissen geregeld en hij heeft, toen de vrouw, zoals zij onweersproken heeft aangevoerd, voorstelde de wijziging van de huwelijkse voorwaarden een jaar uit te stellen, dit niet willen accepteren.
Notaris Malherbe, die al vele jaren zaken met de man had gedaan en op grond van zijn ervaring als notaris in staat kan worden geacht te kunnen beoordelen of zijn gesprekspartner het gesprokene al dan niet heeft begrepen, heeft na zijn gesprek met de man, die hij toen heeft ervaren als de “ouderwetse [naam man] ”, in diens cognitieve vermogens op zichzelf genomen geen beletsel gezien om de akte te passeren. Notaris Nagtglas Boot, van wie eveneens verwacht kan worden in staat te zijn te kunnen beoordelen of zijn gesprekspartner het gesprokene al dan niet heeft begrepen, en die bovendien samen met een collega daartoe onderzoek heeft verricht, heeft noch in de cognitieve vermogens van de man, noch op een andere grond aanleiding gezien zijn medewerking aan de totstandkoming van de HVW 2012 te onthouden.
Ponds heeft in zijn rapport over de geheugenproblemen van de man opgemerkt dat de man een sociaal vaardige en welbespraakte man is waarmee hij veel geheugenlacunes weet te verhullen, waardoor de geheugenproblemen voor de buitenwereld niet altijd te bemerken zijn. De indruk kan zijn ontstaan dat de man, gegeven zijn persoonlijkheid (trots, regie houden), volledig begrip had van hetgeen is besproken en ondertekend, waar dit feitelijk niet zo was, aldus Ponds. In het licht van (al) het voorgaande zijn onvoldoende feiten of omstandigheden gesteld of gebleken die tot het oordeel leiden dat de vrouw wist dan wel had moeten begrijpen dat de man door geheugenproblemen en/of een emotionele verstoring werd bewogen tot het aangaan van de HVW 2012.
Evenmin kan worden gezegd dat de vrouw de totstandkoming van de gewijzigde huwelijkse voorwaarden heeft bevorderd doordat zij de man onder druk heeft gezet om “iets te regelen” omdat de man niet lang meer zou leven dan wel doordat zij de man van haar afhankelijk had gemaakt, zoals de man heeft gesteld. Zoals hiervoor is overwogen vindt deze stelling van de man geen steun in de, door hem ter onderbouwing van zijn stelling aangehaalde, brief van zijn zoon [de bewindvoerder] van 12 juni 2012 en ook overigens zijn geen, althans onvoldoende concrete feiten of omstandigheden gesteld die een dergelijke conclusie kunnen dragen.
Tot slot geldt dat ook niet kan worden gezegd dat de vrouw van medewerking aan de wijziging van de huwelijkse voorwaarden had behoren af te zien. De vrouw heeft onweersproken verklaard dat zij na de mededeling van notaris Malherbe dat hij voorlopig een jaar niet aan de totstandkoming van de HVW 2012 zou meewerken, tegen de man heeft gezegd dat de man het wijzigen van de huwelijkse voorwaarden ook een jaar kon uitstellen. De man is hierover ontstemd geraakt en heeft gezegd dat zijn kinderen al genoeg hadden. De vrouw wilde de man rust geven door met de wijziging in te stemmen, rust die, zo begrijpt het hof, voor de man in zijn toenmalige situatie zeer nodig was. De man heeft dit alles, zoals ook hiervoor is overwogen, niet weersproken, zodat van de juistheid daarvan dient te worden uitgegaan. Gelet hierop, bezien in het licht van de hiervoor in 5.5 weergegeven omstandigheden en hetgeen het hof hiervoor in 5.8, 5.9 en 5.11 heeft geoordeeld, kan aan de vrouw niet worden tegengeworpen dat zij haar medewerking aan het passeren van de akte HVW 2012 niet heeft onthouden.