ECLI:NL:GHAMS:2020:3616
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Tijdelijke kinderbijdrage en zorgkorting in hoger beroep met betrekking tot minderjarigen
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 22 december 2020 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de tijdelijke kinderbijdrage en zorgkorting voor de minderjarige kinderen [kind A] en [kind B]. De zaak betreft een verzoek van de man, die in principaal hoger beroep is gegaan tegen de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin aan de vrouw vervangende toestemming is verleend om met de kinderen naar [plaats B] te verhuizen. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, waarbij de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw is vastgesteld en een tijdelijke zorgregeling is vastgesteld. De man heeft verzocht om een hogere kinderbijdrage, maar het hof heeft geoordeeld dat de bestreden beschikking op dit punt niet kan worden gewijzigd, omdat het resultaat van het hoger beroep voor de appellant niet slechter mag zijn dan de beslissing in eerste aanleg. De vrouw heeft in incidenteel hoger beroep verzocht om een hogere kinderbijdrage, maar het hof heeft ook dit verzoek afgewezen. Het hof heeft de behoefte van de kinderen vastgesteld op € 1.970,- per maand en de draagkracht van beide ouders beoordeeld. Uiteindelijk heeft het hof besloten dat de man een tijdelijke kinderbijdrage van € 153,- per kind per maand moet blijven betalen, en de zaak is verwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling van de definitieve kinderbijdrage.