Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding na verwijzing door de Hoge Raad
2.Feiten
non-disclosure agreement(hierna: NDA). Op 26 november 2013 hebben partijen deze e-mail besproken. Op verzoek van HS is toen op de print van de e-mail (onder meer) een (handgeschreven) regel toegevoegd. Vervolgens hebben partijen het stuk (hierna: de samenwerkingsovereenkomst) ondertekend.
- Ik krijg min. een jaar de tijd om zo’n idee met HS op de markt te brengen waarbij na een half jaar zicht moet zijn op een positieve afloop. D.w.z. vermarkting met positief resultaat
- Gedurende dit jaar betaalt HS mij €1000,-/wk (excl. BTW en kosten) als tegemoetkoming voor de begeleiding waarvan ik HS ga voorzien bij de ontwikkeling van het uiteindelijke product. [Hof: handmatig is toegevoegd:]
- Bij vermarkting van het product betaalt HS mij een omzetprovisie binnen de bandbreedte van 1-3%. Dit wordt nog nader overeengekomen en is afhankelijk van de vermarktings resultaten/potentie. HS zal hier volledig transparant in zijn en onderget. redelijk (op basis van objectieve argumenten).
- Dat wij het er op basis van eveneens objectieve argumenten samen over eens moeten worden wel of geen octrooi, op het geheel of delen van de vinding (het idee) aan te vragen. Tot dit moment of het moment waarop het patent is aangevraagd, mag het idee NIET naar buiten.
NDA ondertekend. Daarin staat onder meer:
as attached.
(…)
DV system. gezien”.
- We hebben met elkaar afgesproken dat we voor in ieder geval 1 jaar verschillende ontwikkelingstrajecten zouden aangaan.
- De belangrijkste items waren het alternatieve slip-in systeem en een veerblok.
- Afhankelijk van de totstandkoming van een eindproduct dan wel minimaal de inschatting dat dit er aan zit te komen, bekijken we of en hoe we met elkaar doorgaan.
- Het slipsysteem is wat mij betreft nog heel ver verwijderd van een concrete eindoplossing.
3.Beoordeling
DV system. gezien”. De samenwerkingsovereenkomst heeft niet alleen betrekking op de (verdere) ontwikkeling van het DV systeem. Dit blijkt onder meer uit de vergoedingsregeling (de vergoeding ziet niet alleen op de begeleiding van “
het uiteindelijke product” maar ook op “
al hetgeen verder op tafel komt”) en uit de passage dat [X] HS ook zal voorzien van ideeën en support om systemen efficiënter en winstgevender te vermarkten. Verder geldt dat de feitelijke samenwerking met name op andere (onderdelen van) systemen dan het DV systeem betrekking heeft gehad – HS betwist dit ook niet.
In het begin van onze samenwerking zou ik me willen beperken tot het DV systeem daar ik bij dit systeem de laagste opstartkosten en het hoogste volume verwacht.”. Ook staat daarin “
Ik wil mijn ideeën initieel inbrengen op voorwaarde dat het mijn ideeën blijven zoals ook omschreven in bijgaande NDA”. In de NDA is vervolgens uitdrukkelijk alleen het DV systeem en niet enig ander idee van [X] genoemd (“
The mentioned confidential information (…) is concerning a special screen system (greenhouses), the so called: DV system. as attached.)”en op de aan de NDA gehechte tekening staat alleen het “
DV systeem”. Artikel 5 van de NDA betreft kennelijk een voorgedrukte definitie uit het door [X] gebruikte model, waaraan in dit verband weinig betekenis kan worden toegekend. [X] heeft ter zitting bij het hof desgevraagd ook bevestigd dat hij een modelovereenkomst heeft gebruikt voor de NDA.
“Je hebt als bedrijf dan een enorme ontwikkelingstijdwinst behaald door zo ver in een traject in te stappen”.
en al hetgeen verder op tafel komt”. De samenwerkingsovereenkomst en de NDA hebben daarom betrekking op alle ideeën die [X] bij de samenwerking zou aandragen. HS heeft op haar beurt de juistheid van deze verklaring betwist en bovendien aangevoerd dat deze lezing van de gang van zaken in feite een nieuwe grief behelst en - omdat dit voor het eerst bij pleidooi in hoger beroep is aangevoerd - buiten beschouwing zou moeten blijven.
het uiteindelijke product”. Op verzoek van HS is daaraan op 26 november 2013 toegevoegd: “
en al hetgeen verder op tafel komt”. Deze toevoeging staat echter niet ook bij de provisieregeling. Dat is des te veelzeggender omdat in de samenwerkingsovereenkomst op nog twee plaatsen handgeschreven toevoegingen zijn opgenomen. Verder is van belang dat de NDA uitsluitend ziet op het DV systeem. Dit blijkt niet alleen uit de door [X] zelf opgestelde tekst van de NDA, maar is ook op 26 november 2013 nog eens uitdrukkelijk bevestigd doordat partijen die dag met de hand hebben toegevoegd “
as attached” en vervolgens een tekening van uitsluitend het DV systeem hebben aangehecht. Het ligt niet voor de hand dat partijen op 26 november 2013 alsnog zouden hebben besloten om de provisieregeling uit te breiden, maar tegelijkertijd bevestigen dat de NDA uitsluitend betrekking heeft op het DV systeem. Tegen die achtergrond heeft [X] de gestelde mededeling van [Y] bij de bespreking op 26 november 2013 dat hij de overeenkomst breder wilde maken, zodat het ook zou gaan om andere ideeën, en het feit dat aan de vergoedingsregeling is toegevoegd “
en al hetgeen verder op tafel komt” redelijkerwijs niet aldus mogen opvatten dat daarmee door HS ook een uitbreiding van de provisieregeling werd beoogd en mocht HS er redelijkerwijs van uitgaan dat [X] begreep dat HS daarmee, zoals zij ook stelt, slechts beoogde de vergoedingsregeling ook van toepassing te laten zijn op de begeleiding door [X] bij de ontwikkeling van andere producten dan het DV systeem.
het product” – in enkelvoud – moet daarom zo worden begrepen dat deze alleen betrekking heeft op de ontwikkeling en de vermarkting van het DV systeem, althans heeft HS die regeling redelijkerwijs zo mogen begrijpen. Dat de samenwerking in een latere fase ook op eventuele andere systemen betrekking zou kunnen hebben en dat de door [X] te ontvangen vaste vergoeding mede de werkzaamheden voor die andere systemen zou dekken, doet hier niet aan af. Dat partijen ten tijde van het aangaan van de samenwerkingsovereenkomst al voor ogen stond welke andere systemen en ideeën zouden worden ontwikkeld is niet gebleken, laat staan dat al duidelijk was of dit “nieuwe” systemen zouden zijn en dat HS op voorhand bereid was om ook ter zake van de die voor haar nog onbekende systemen een provisieregeling af te sluiten.
“Uiteindelijk heb ik maar heel kort aan het DV systeem gewerkt, omdat andere zaken prioriteit kregen. Ik doel dan op de triple S en het veerblok. Wat het veerblok betreft, heeft [Y] een veerblok aan mij laten zien en wilde hij dat ik een vergelijkbaar blok zou ontwikkelen. Niemand kon mij echter vertellen hoe het veerblok werkte. Ik heb toen zelf bedacht hoe het veerblok werkte en hoe ik de werking daarvan kon verbeteren. Ik was daarin aanstichter en [B] van Holland Scherming hielp bij de uitwerking. Hij is tekenaar en rekende ook alles door. Het veerblok was dus mijn idee”.