ECLI:NL:GHAMS:2020:3561
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Gezamenlijk gezag en omgangsregeling in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gezamenlijke uitoefening van het gezag en de omgangsregeling tussen de ouders van een minderjarige. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, had eerder in eerste aanleg een beschikking gekregen waarbij de man, verweerder in hoger beroep, samen met haar werd belast met het gezag over hun kind. De vrouw was van mening dat de man niet in staat was om samen met haar het gezag uit te oefenen vanwege een verstoorde communicatie en eerdere incidenten van agressie. De man daarentegen stelde dat de communicatie verbeterd was en dat hij in het belang van het kind samen met de vrouw het gezag moest uitoefenen. Het hof heeft vastgesteld dat er geen onaanvaardbaar risico bestond dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en dat de omgangsregeling goed verliep. Het hof heeft de bestreden beschikking bekrachtigd, met de aanpassing dat de man het kind op dinsdag een half uur eerder terugbrengt. De ouders zijn geadviseerd om hun hulpverleningstraject voort te zetten, wat in het belang van het kind is.