Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
de verdeling van de huwelijksgemeenschapvan partijen is, voor zover thans in hoger beroep van belang, als wijze van verdeling het volgende bepaald:
- De auto Suzuki Swift wordt aan de vrouw toebedeeld tegen voldoening van een bedrag van € 3.375,- aan de man;
- De man heeft een vordering op de gemeenschap van € 75.000,- welke voor zover mogelijk zal worden voldaan uit de verkoopopbrengst van de echtelijke woning;
- Partijen zijn ieder voor de helft draagplichtig voor de schulden aan de ouders van de vrouw van € 3.700,-, € 21.553,- en € 14.964,- en voor de schuld aan de ouders van de man van € 23.000,-;
- Partijen zullen de belastingaanslagen en teruggaven afwikkelen conform het onder nummer 2.8.17. (hof: van de bestreden beschikking) overwogene.
vult zijn verzoeken (onder 8 en 9 in principaal hoger beroep) aanin die zin dat hij het hof verzoekt:
5.De motivering van de beslissing
- voorjaarsvakantie (één week): eerste helft van de week bij de vrouw (inclusief het voorafgaande weekend) en de andere helft van de week (inclusief het aansluitende weekend) bij de man, het wisselmoment is woensdagmiddag 17.00 uur;
- meivakantie (twee weken): in oneven jaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man, in even jaren de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw. Mocht de verjaardag van de vrouw (5 mei) in een van de weken vallen dan verblijven de kinderen die week bij de vrouw en de andere week bij de man;
- herfstvakantie (één week): eerste helft van de week bij de vrouw (inclusief het voorafgaande weekend) en de andere helft van de week (inclusief het aansluitende weekend) bij de man, het wisselmoment is woensdagmiddag 17.00 uur;
- kerstvakantie (twee weken): in oneven jaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man, in even jaren de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw;
- Moederdag: de kinderen zijn van 10.00 uur tot 18.00 uur bij de vrouw;
- Vaderdag: de kinderen zijn van 10.00 uur tot 18.00 uur bij de man;
- zomervakantie (6 weken): in even jaren, de 1e, 4e en 5e week bij de man en de overige weken bij de vrouw. In oneven jaren de 2e, 3e en 6e week bij de man en de overige weken bij de vrouw.
.Hoewel in artikel 1:87 lid 2 sub b BW staat dat bij de aflossing van een lening een vergoedingsrecht ontstaat dat afhankelijk is van de waarde van het goed ten tijde van de aflossing, blijkt uit de wetsgeschiedenis dat men bij de aflossing van een lening die is aangegaan ter verwerving van een goed uit moet gaan van de toepasselijkheid van artikel 1:87 lid 2 sub a BW. De waarde op het moment van aflossing speelt dus geen rol. Dit is in hoger beroep tussen partijen ook niet in geschil.
het geschonkene, met inbegrip van de opbrengsten daarvan”. Het hof begrijpt dat hiermee de rentebetalingen worden bedoeld. Vanaf 2012 is in de schenkingsaktes expliciet vermeld dat de uitsluitingsclausule ook betrekking heeft op de opbrengsten van het geschonkene. Het hof is dan ook van oordeel dat op de betalingen een uitsluitingsclausule van toepassing is, ook gezien de data van betaling (4 mei 2016, 27 december 2016 en 21 december 2017). Voor de geldigheid van de uitsluitingsclausule is niet noodzakelijk dat de man op de hoogte was van de betalingen of de schenkingsakten mede ondertekende, zoals hij lijkt te betogen. De stelling van de man dat de vrouw met haar ouders had afgesproken dat zij in het jaar volgend op de rentebetaling het bedrag weer terugstortte, heeft hij in het geheel niet onderbouwd, zodat het hof hieraan voorbij gaat. Overigens is deze stelling van de man in strijd met zijn stelling dat hij niet op de hoogte was van de betalingen.
“De advocaat van de man: Partijen zijn het erover eens dat de vrouw € 3.375 aan de man moet voldoen terzake overbedeling in het kader van toedeling van de auto.”Deze zin kan niet anders worden gelezen dan dat partijen overeenstemming hadden over de waarde. Het hof heeft geen aanleiding om niet uit te gaan van de juistheid van de inhoud van het proces-verbaal. Mede gelet op het verweer van de man heeft de vrouw onvoldoende onderbouwd dat geen sprake was van overeenstemming tussen partijen en dat zij niet aan deze overeenstemming kan worden gehouden.
7.Beslissing
- voorjaarsvakantie (één week): eerste helft van de week bij de vrouw (inclusief het voorafgaande weekend) en de andere helft van de week (inclusief het aansluitende weekend) bij de man, het wisselmoment is woensdagmiddag 17.00 uur
- meivakantie (twee weken): in oneven jaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man, in even jaren de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw. Mocht de verjaardag van de vrouw (5 mei) in een van de weken vallen dan verblijven de kinderen die week bij de vrouw en de andere week bij de man;
- herfstvakantie (één week): eerste helft van de week bij de vrouw (inclusief het voorafgaande weekend) en de andere helft van de week (inclusief het aansluitende weekend) bij de man, het wisselmoment is woensdagmiddag 17.00 uur;
- kerstvakantie (twee weken): in oneven jaren de eerste week bij de vrouw en de tweede week bij de man, in even jaren de eerste week bij de man en de tweede week bij de vrouw;
- Moederdag: de kinderen zijn van 10.00 uur tot 18.00 uur bij de vrouw;
- Vaderdag: de kinderen zijn van 10.00 uur tot 18.00 uur bij de man;
- zomervakantie (6 weken): in even jaren, de 1e, 4e en 5e week bij de man en de overige weken bij de vrouw. In oneven jaren de 2e, 3e en 6e week bij de man en de overige weken bij de vrouw.