ECLI:NL:GHAMS:2020:3483

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 november 2020
Publicatiedatum
18 december 2020
Zaaknummer
200.280.889/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar beleid en gang van zaken van Spinnerij Oosterveld B.V. en schorsing bestuurder

In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 26 november 2020, wordt een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Spinnerij Oosterveld B.V. over de periode vanaf mei 2017. Drie Towers B.V. heeft op 20 juli 2020 een verzoekschrift ingediend waarin zij verzocht om een onderzoek naar de gang van zaken binnen Spinnerij Oosterveld, alsook om onmiddellijke voorzieningen, waaronder de schorsing van 555 Hudson B.V. als bestuurder van Spinnerij Oosterveld. De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er gegronde redenen zijn om te twijfelen aan een juist beleid en een goede gang van zaken binnen Spinnerij Oosterveld, onder andere door het ontbreken van jaarrekeningen en het niet houden van algemene vergaderingen. De Ondernemingskamer heeft ook geconstateerd dat er sinds de oprichting van Spinnerij Oosterveld in 2017 slechts één algemene vergadering heeft plaatsgevonden en dat er geen jaarrekeningen zijn gedeponeerd. Dit vormt een schending van de wet en de statuten van de vennootschap. De Ondernemingskamer heeft besloten om 555 Hudson B.V. te schorsen als bestuurder en een nieuwe bestuurder aan te wijzen, die bevoegd is om de vennootschap zelfstandig te vertegenwoordigen. Tevens is besloten dat de aandelen van 555 Hudson in Spinnerij Oosterveld ten titel van beheer aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder worden overgedragen. De kosten van het onderzoek en de benoeming van de nieuwe bestuurder komen ten laste van Spinnerij Oosterveld.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.280.889/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 26 november 2020
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DRIE TOWERS B.V.,
gevestigd te Maassluis,
VERZOEKSTER,
advocaat:
mr. P. Quisten
mr. D.T. Mensinga, kantoorhoudende te Naaldwijk,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SPINNERIJ OOSTERVELD B.V.,
gevestigd te Enschede,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. C.P.B. Kroep, kantoorhoudende te Enschede,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
555 HUDSON B.V.,
gevestigd te Heerlen,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. C.P.B. Kroep,kantoorhoudende te Enschede.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Partijen worden hierna als volgt aangeduid:
  • verzoekster met Drie Towers;
  • verweerster met Spinnerij Oosterveld;
  • belanghebbende met 555 Hudson;
  • verweerster en de belanghebbende gezamenlijk met Spinnerij Oosterveld c.s.
1.2 Drie Towers heeft bij op 20 juli 2020 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht, bij beschikking uitvoerbaar bij voorraad, een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Spinnerij Oosterveld over de periode vanaf mei 2017. Daarbij heeft zij tevens verzocht - zakelijk weergegeven - bij wijze van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van het geding 555 Hudson althans [A] , te schorsen als bestuurder van Spinnerij Oosterveld en een derde persoon te benoemen tot bestuurder van Spinnerij Oosterveld, de aandelen in het kapitaal van Spinnerij Oosterveld over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder, dan wel een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht, alsmede om 555 Hudson, [A] en/of Spinnerij Oosterveld te veroordelen in de kosten van het geding.
1.3 Spinnerij Oosterveld c.s. hebben bij op 9 september 2020 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht Drie Towers in haar verzoek niet ontvankelijk te verklaren dan wel het verzoek af te wijzen en Drie Towers te veroordelen in de kosten van het geding, uitvoerbaar bij voorraad.
1.4 Het verzoek is, na uitstel in verband met de gezondheidstoestand van [A] , behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 15 oktober 2020. Bij die gelegenheid hebben de advocaten de standpunten van de onderscheiden partijen toegelicht aan de hand van - aan de Ondernemingskamer en de wederpartij overgelegde - aantekeningen en (wat mrs. Quist en Mensinga betreft) onder overlegging van op voorhand aan de Ondernemingskamer en de wederpartij gezonden nadere producties. Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.

2 De feiten

De Ondernemingskamer gaat uit van de volgende feiten:
2.1
Spinnerij Oosterveld exploiteert sedert begin 2017 in een oude textielfabriek in Enschede een bedrijfsverzamelgebouw, dat tot dat moment in handen was van de gemeente Enschede.
2.2
Spinnerij Oosterveld is op 9 februari 2017 opgericht door 555 Hudson. 555 Hudson is bestuurder van Spinnerij Oosterveld.
2.3
Bestuurder van 555 Hudson is Walas Europe B.V. (hierna: Walas). Bestuurder van Walas is Nanola B.V. (hierna: Nanola). Bestuurder van Nanola is [A] (hierna: [A] ).
2.4
Bestuurder van Drie Towers is [B] (hierna: [B] ).
2.5
Op 24 mei 2017 heeft Drie Towers 1.111 cumulatief preferente aandelen (hierna: cumprefs) in het kapitaal van Spinnerij Oosterveld verworven, die bij voorrang recht geven op een winstuitkering van 7% van het nominale bedrag van de cumprefs vermeerderd met 7% van het jaargemiddelde van het gestorte agio. Sedert die datum houdt 555 Hudson 90% van de aandelen in het geplaatste kapitaal van Spinnerij Oosterveld en Drie Towers 10%. Drie Towers heeft op de cumprefs € 430.000,= gestort (€ 1.111 als storting op aandelen en € 428.889 als agio).
2.6
Tussen Drie Towers, [B] en Spinnerij Oosterveld is op 24 mei 2017 bovendien een geldleningsovereenkomst totstandgekomen, op grond waarvan [B] € 570.000 aan Spinnerij Oosterveld heeft geleend. Tot zekerheid van de nakoming daarvan is aan [B] een recht van tweede hypotheek op het bedrijfsverzamelgebouw verstrekt. Op deze lening is vanaf mei 2017 afgelost in 18 achtereenvolgende maandelijkse termijnen van € 9.500.
2.7
In maart 2018 is tussen Drie Towers en Walas per e-mail overleg gevoerd over de berekening van het dividend waarop Drie Towers over 2017 aanspraak heeft.
2.8
Op 28 maart 2018 is een hypotheek ingeschreven op het bedrijfsverzamelgebouw voor een bedrag van € 1.200.000 ten behoeve van Volksbank Gronau-Ahaus EG.
2.9
Op 21 juni 2018 is Drie Towers uitgenodigd voor een algemene vergadering op 3 juli 2018. Als agendapunten zijn het vaststellen van het resultaat boekjaar 2017 en het vaststellen dividend boekjaar 2017 genoemd. In de uitnodiging wordt medegedeeld dat Spinnerij Oosterveld, dat in 2017 is opgericht, een eerste boekjaar kent tot en met 31 december 2018 en dat daarom voor boekjaar 2017 geen jaarrekening is opgesteld. Op 27 juni 2018 zijn de stukken voor de algemene vergadering (balans en verlies en winstrekening 2017 alsmede de dividendtoets 2017) aan Drie Towers toegezonden.
2.1
Op 13 november 2018 zijn twee hypotheken ingeschreven op het bedrijfsverzamelgebouw, voor een bedrag van € 340.000 ten behoeve van Volksbank Gronau-Ahaus EG en voor € 1 miljoen ten behoeve van Artemas Vastgoed B.V. Op diezelfde datum is het restant van de lening van [B] , te weten € 399.000, in één keer afgelost via notariskantoor Suwijn te Almelo.
2.11
Op 12 december 2018 is een hypotheek ingeschreven op het bedrijfsverzamelgebouw voor een bedrag van € 275.000 ten behoeve van Artemas Vastgoed B.V.
2.12
Bij e-mail van 24 oktober 2019 heeft [A] aan [B] onder meer het volgende geschreven:
“Ik hoorde dat je gisteren in Enschede was. We zijn elkaar net misgelopen. (…) Ik ben niet erg veel in de regio, want veel in Canada en de VS en Duitsland/Zwitserland. Je hebt inmiddels wellicht vernomen dat [C][ [C] , voormalig indirect bestuurder van Spinnerij Oosterveld, OK]
weg is. We zijn in het eerste kwartaal van 2019 begonnen aan grote (her)financiering, met name richting Duitse projecten. Daar zijn enkele partijen op ingestapt, maar uit de due diligence projecten en de begeleiding daarvan van onze externe juristen en fiscalisten werd rond april ons te kennen gegeven dat er ernstige onregelmatigheden zijn geconstateerd in de dossiers van [C] . Die gaan ook al enkele jaren terug. Dat heeft de voortgang van financiering toen meteen gestopt en zowel intern, maar ook door externen is en wordt onderzoek gedaan naar deze gang van zaken. Binnen Walas hebben we alles op alles gezet om de ernstige nadelige gevolgen die uit deze dossiers voortkwamen te repareren en op veel dossiers nieuwe overeenkomsten uit te onderhandelen, dan wel afscheid te nemen van bedenkelijke relaties en regelingen. Dat is goed gegaan tot dusver, maar niet zonder schade. We zijn nu in de laatste fase, en het ziet er wel steeds beter uit. We denken voor het einde van dit jaar alles te hebben opgelost. Er zijn nog 3 grote dossiers op te lossen en we zijn daarover in elk geval in goed overleg. Op dit moment trekken we eerste kleine financieringen aan om alles recht te trekken. (…) We zijn de komende weken erg druk om met externe accountants etc de jaarrekeningen en andere zaken af te ronden en mikken op medio november om dat allemaal rond te hebben en liefst voor 9 november. Dat geeft mij dan ook meer inzicht. Daarna zullen we op de plekken die daarvoor geëigend zijn ook de aandeelhouders informeren volgens het daartoe geëigende proces. (…) Ik stel voor dat we tegen die tijd behalve een formeel gesprek ook een informeel gesprek voeren met jouzelf (...). Op dit moment gaat elke minuut die we hebben op aan reparaties, herfinanciering in de formele afwerking van de lopende zaken. Daar hoort ook een stuk reconstructie bij, die ook door de externe instanties wordt vereist. Wij hebben in het proces de verplichting om zeer zuinig te zijn met communicatie. Dat is intern afgesproken, maar heeft ook wettelijke kaders extern. Dat betekent dat we proberen te informeren op een need-to-know basis, maar ik geef ook toe dat binnen de hectiek van deze situatie we ook nauwelijks tijd en aandacht hebben kunnen geven aan gedegen communicatie. (…) Ik hoop je even op de hoogte te hebben gebracht. Ik ben de komende dagen in Duitsland en Zwitserland in lange meetings en vlieg vanuit Zürich naar Canada. Ik verwacht eind november en eerste week december ook regelmatig in Nederland te zijn.”
2.13
Op 21 december 2019 zijn de concept balans en verlies- en winstrekening 2018 aan Drie Towers toegezonden. Uit de begeleidende brief van 9 december 2019 blijkt dat een dividenduitkering over het (verlengde) boekjaar 2017/2018 niet mogelijk is.
2.14
Bij e-mail van 25 februari 2020 heeft [A] aan [B] - samengevat - laten weten dat ze elkaar in maart eindelijk gaan zien, dat de bestaande projecten door de aangebrachte wijzigingen goed gaan maar dat hij veel probleemdossiers heeft geërfd. Hij wijst erop dat hij in Nederland geen bestuurder was van Walas en geen bevoegdheid had, maar inmiddels meerderheidsaandeelhouder en bestuurder is. Volgens [A] is inmiddels ongeveer 65% van de problemen opgelost, maar is er op korte termijn een overbruggingsfinanciering nodig van € 1,5 miljoen, waarin [B] mogelijk wil participeren.
2.15
Op 9 maart 2020 is Drie Towers per e-mail uitgenodigd voor een algemene vergadering op 19 maart 2020. In reactie daarop heeft Drie Towers zich per e-mail van 17 maart 2020 beklaagd over kwesties die zich grotendeels buiten haar gezichtsveld hebben voltrokken, zoals het in strijd met artikel 21 van de statuten aangaan van leningen zonder haar toestemming als aandeelhouder, en die zij onaanvaardbaar acht. Drie Towers heeft onder meer voorgesteld dat op korte termijn over ontvlechting wordt gesproken.
2.16
Bij e-mail van 24 maart 2020 heeft [A] [B] onder meer bericht goed te begrijpen dat er weinig vertrouwen is. Hij laat daarnaast weten zijn zaken in Canada tijdelijk op een laag pitje te hebben gezet om in Europa zaken op te lossen, maar dat de tijd niet meezit, ook omdat hij kampt met gezondheidsproblemen. Daarom moest hij de algemene vergadering uitstellen, maar hij belooft snel op de ‘AvA-zaken’ terug te komen.
2.17
Drie Towers heeft bij brief van haar advocaat van 3 april 2020 aan [A] als (indirect) bestuurder van Spinnerij Oosterveld diverse bevindingen aan de orde gesteld, waaronder de toename van hypothecaire leningen met circa € 2 miljoen zonder toestemming van aandeelhouders, de verstrekking van een financiering van € 2,3 miljoen, het niet deponeren van jaarrekeningen, het niet verstrekken van een toelichting op diverse posten in de concept jaarrekening 2018 en het niet verstrekken van informatie ondanks verzoeken daartoe. Ondanks herhaald aandringen is een inhoudelijke reactie op deze brief achterwege gebleven. Wel heeft de raadsman van Spinnerij Oosterveld op 20 april 2020 laten weten dat er financieringstrajecten lopen, vooral ter zake van onroerend goed in Duitsland, waardoor een reële verwachting bestaat dat in de loop van mei 2020 een begin van uitvoering met de ontvlechting zal kunnen worden gemaakt.
2.18
Vanaf 8 mei 2020 heeft Drie Towers bij monde van haar raadsman meermalen tevergeefs verzocht om een aandeelhoudersvergadering. Bij brieven van 20 mei 2020 aan 555 Hudson, aan [A] en aan hun raadsman, heeft Drie Towers wederom haar bezwaren tegen de gang van zaken aan de orde gesteld. Op 27 mei 2020 heeft de raadsman van [A] en 555 Hudson niet inhoudelijk gereageerd, maar Drie Towers verzocht geduld te betrachten.
2.19
Drie Towers heeft bij brief van haar raadsman van 8 juni 2020 aan 555 Hudson en aan [A] wederom haar bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken van Spinnerij Oosterveld kenbaar gemaakt en tot herstel binnen twee weken gesommeerd. Die termijn is ongebruikt verstreken. Op pogingen van de raadsman van Drie Towers tot overleg met de raadsman van Spinnerij Oosterveld en 555 Hudson is niet gereageerd.

3.De gronden van de beslissing

3.1
Drie Towers heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat er gegronde redenen zijn voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Spinnerij Oosterveld en dat gelet op de toestand van de vennootschap onmiddellijke voorzieningen dienen te worden getroffen. Ter toelichting heeft Drie Towers - kort samengevat - het volgende naar voren gebracht:
1. zonder de vereiste voorafgaande unanieme goedkeuring van de algemene vergadering en zonder medeweten van Drie Towers zijn in 2018 door de vennootschap externe financieringen aangegaan ter hoogte van minstens € 2 miljoen en is haar bedrijfsverzamelgebouw met hypotheek bezwaard;
2. ultimo 2018 is door Spinnerij Oosterveld aan groepsmaatschappijen financiering in rekening courant verstrekt ter hoogte van circa € 2,3 miljoen, eveneens zonder de vereiste voorafgaande unanieme goedkeuring van de algemene vergadering en zonder medeweten van Drie Towers. Volgens Drie Towers profiteert Spinnerij Oosterveld daar niet van maar had zij deze gelden zelf nodig, omdat Spinnerij Oosterveld in hetzelfde jaar immers zelf leningen voor een vergelijkbaar bedrag is aangegaan. Bovendien heeft [A] Drie Towers in 2020 opnieuw om een nadere financiering verzocht (er bleek een bedrag van € 1,5 miljoen benodigd). Op deze wijze wordt de vennootschap uitgehold, ten nadele van Drie Towers, die daardoor geen dividend ontvangt;
3. de jaarrekeningen 2017 tot en met 2019 zijn nog steeds niet gedeponeerd, terwijl de wettelijke termijn voor 2017 en 2018 reeds ruimschoots is verstreken. Over 2019 zijn bij Drie Towers geen jaarcijfers of een concept jaarrekening bekend;
4. er hebben geen algemene vergaderingen plaatsgevonden voor de vaststelling van de jaarrekeningen 2017 en 2018 of voor besluitvorming over de verlenging van de termijn voor de jaarrekening 2019;
5. de vragen van Drie Towers over de concept jaarrekening 2018 blijven onbeantwoord en een toelichting op de doorbelasting van kosten wordt niet verstrekt;
6. het bijeenroepen en daadwerkelijk laten plaatsvinden van een algemene vergadering blijkt onmogelijk. Ook informeel overleg tussen de aandeelhouders vindt niet plaats.
3.2
De Ondernemingskamer overweegt als volgt.
3.3
Spinnerij Oosterveld c.s. hebben niet betwist dat sinds de oprichting van Spinnerij Oosterveld in 2017 slechts één algemene vergadering heeft plaatsgevonden en dat er sinds de oprichting ook geen jaarrekeningen zijn vastgesteld en gedeponeerd. Wat daarvoor de reden is, is onopgehelderd gebleven. Dat betekent dat structureel in strijd met de wet en de statuten is gehandeld, hetgeen op zichzelf reeds een gegronde reden is om aan een goed beleid en een goede gang van zaken te twijfelen.
3.4
Wat de vier hypothecaire leningen in 2018 betreft hebben Spinnerij Oosterveld c.s. niet bestreden dat de statutair vereiste voorafgaande unanieme goedkeuring van de algemene vergadering ontbrak en dat zij Drie Towers ook niet informeel van die leningen op de hoogte hebben gesteld. Zij hebben slechts aangevoerd dat Drie Towers ervan op de hoogte had kunnen zijn omdat het volledige restant van haar lening op 13 november 2018 (de datum waarop twee hypothecaire leningen zijn aangegaan) is afgelost via de kwaliteitsrekening van een notaris. Daargelaten dat daarmee nog niets is gezegd over de op andere data in 2018 gevestigde hypotheken, heeft Spinnerij Oosterveld met betrekking tot alle in 2018 aangegane hypothecaire leningen klaarblijkelijk gehandeld in strijd met het in artikel 29 lid 6 onder j juncto artikel 21 lid 1 van de statuten neergelegde vereiste van unanieme goedkeuring van de algemene vergadering voor het aangaan van leningen en het bezwaren van registergoederen.
Uit de concept-jaarrekening over 2018 volgt verder dat Spinnerij Oosterveld in dat jaar voor ruim € 2,3 miljoen financieringen aan groepsmaatschappijen heeft verstrekt. Spinnerij Oosterveld c.s. hebben niet bestreden dat ook daarvoor de vereiste voorafgaande unanieme goedkeuring van de algemene vergadering ontbrak en hebben ook in deze procedure geen enkele toelichting verschaft voor deze financieringen, waarvan het bepaald twijfelachtig is of deze in het belang van de vennootschap zijn.
Ook dit een en ander levert gegronde redenen om aan een goed beleid en een goede gang van zaken te twijfelen.
3.5
Door Spinnerij Oosterveld c.s. is onvoldoende bestreden dat Drie Towers ook overigens over de gang van zaken binnen Spinnerij Oosterveld niet adequaat is geïnformeerd. Zo zijn vragen van Drie Towers over de concept jaarrekening 2018 niet beantwoord. Ook is onvoldoende duidelijkheid verstrekt over de problemen die volgens [A] door voormalige indirect bestuurder [C] zijn veroorzaakt.
3.6
Volgens Spinnerij Oosterveld c.s. heeft Drie Towers gedurende de drie jaar van haar aandeelhouderschap geen bezwaar ertegen gemaakt dat de gang van zaken binnen Spinnerij Oosterveld informeel is. Zij vinden dat Drie Towers daarom nu niet meer met succes tegen die praktijk kan opkomen. Uit de feiten leidt de Ondernemingskamer evenwel af dat, enerzijds, de gang van zaken minder informeel was dan Spinnerij Oosterveld c.s. willen doen voorkomen (zo heeft in 2018 een algemene vergadering plaatsgevonden) en anderzijds, dat geenszins is gebleken dat Drie Towers zaken op haar beloop heeft gelaten. Zij heeft integendeel tijdens haar aandeelhouderschap bij herhaling (zowel mondeling als schriftelijk) om informatie verzocht. Dat zij in eerste instantie nakoming van de beloften van [A] dat verbetering zou volgen heeft afgewacht en pas nadat Drie Towers de door Spinnerij Oosterveld verstrekte leningen en hypothecaire zekerheden had ontdekt en [A] daarmee had geconfronteerd, op maatregelen en op het houden van een algemene vergadering heeft aangedrongen, kan haar niet worden tegengeworpen. Van rechtsverwerking is geen sprake (vgl. HR 11 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2574 (Cordial).
3.7
Daarnaast menen Spinnerij Oosterveld c.s. dat tussen de aandeelhouders een vermogensrechtelijk geschil bestaat, waarvoor de enquêteprocedure niet is bedoeld. Ook dat verweer slaagt niet. Aan haar verzoek om een enquête te gelasten heeft Drie Towers (gegronde) bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken van de vennootschap ten grondslag gelegd. Dat Drie Towers daarnaast ook te kennen heeft gegeven tot ontvlechting te willen komen is niet relevant.
3.8
Tot slot menen Spinnerij Oosterveld c.s. dat de toestand van de vennootschap geen enquête rechtvaardigt, omdat zij een zwaar verlieslatende exploitatie in 2016 heeft veranderd in een onderneming die steeds beter is gaan presteren. De ter zitting aanwezige operationeel manager Oolders heeft daarover verklaard dat het pand bijna volledig is verhuurd en dat de corona-pandemie weinig impact op de exploitatie heeft. De Ondernemingskamer constateert dat de cijfers die Spinnerij Oosterveld c.s. bij gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben gepresenteerd summier zijn en niet stroken met de van Spinnerij Oosterveld afkomstige cijfers die Drie Towers heeft overgelegd. Een verklaring voor de verschillen kon niet worden gegeven. De Ondernemingskamer kan zich daarom geen oordeel vormen over de financiële situatie van Spinnerij Oosterveld en kan ook overigens niet vaststellen, dat het belang van de vennootschap zich tegen een enquête verzet.
3.9
Naar het oordeel van de Ondernemingskamer levert al het voorgaande gegronde redenen op om te twijfelen aan juist beleid en een juiste gang van zaken van Spinnerij Oosterveld. Zij zal een onderzoek bevelen zoals hierna te vermelden.
3.1
Drie Towers heeft verzocht 555 Hudson althans [A] te schorsen als bestuurder. De Ondernemingskamer leidt uit de e-mail van [A] van 24 maart 2020 af dat [A] al geruime tijd wegens gezondheidsredenen niet voldoende beschikbaar is voor Spinnerij Oosterveld. Ook voor de zitting heeft [A] uitstel op medische gronden gevraagd, en in eerste instantie ook gekregen. Uiteindelijk is hij om gezondheidsredenen niet verschenen. Hoe de vervanging van [A] is georganiseerd is onopgehelderd gebleven. Sinds de e-mail van Drie Towers van 17 maart 2020 is betekenisvol contact met Spinnerij Oosterveld c.s. in ieder geval uitgebleven.
3.11
Namens Spinnerij Oosterveld c.s. is ter zitting aangevoerd dat [A] in persoon zou moeten worden gehoord alvorens op het verzoek tot zijn schorsing als indirect bestuurder kan worden beslist. Hoewel de Ondernemingskamer het wenselijk acht de bestuurder wiens schorsing wordt verzocht persoonlijk te horen alvorens te besluiten, is dat niet vereist. In dit geval heeft [A] in de procedure voldoende gelegenheid gehad om (eventueel bij monde van de raadsman van Spinnerij Oosterveld c.s. of via een audiovisuele verbinding ter zitting) zijn visie te geven. Het betoog wordt daarom verworpen.
3.12
De Ondernemingskamer is van oordeel dat de toestand van Spinnerij Oosterveld, zoals die blijkt uit de voorgaande overwegingen, noopt tot het treffen van de navolgende onmiddellijke voorzieningen. Zij zal 555 Hudson schorsen als bestuurder van Spinnerij Oosterveld en in haar plaats een nader aan te wijzen en aan bekend te maken persoon benoemen tot bestuurder, die bevoegd is om de vennootschap zelfstandig te vertegenwoordigen.
3.13
De te benoemen bestuurder mag het bovendien tot zijn taak rekenen een minnelijke regeling tussen partijen te beproeven.
3.14
De Ondernemingskamer ziet tevens aanleiding om de aandelen van 555 Hudson in Spinnerij Oosterveld ten titel van beheer aan een door de Ondernemingskamer te benoemen beheerder over te dragen, zodat besluitvorming door de algemene vergadering ongehinderd kan plaatsvinden.
3.15
De Ondernemingskamer zal de kosten van het onderzoek en de te benoemen bestuurder en beheerder ten laste brengen van Spinnerij Oosterveld. Het bedrag voor het onderzoek zal niet aanstonds worden vastgesteld, maar de Ondernemingskamer zal de onderzoeker vragen om binnen zes weken na de datum van de beschikking waarin de onderzoeker wordt aangewezen een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan de Ondernemingskamer toe te zenden. De Ondernemingskamer zal partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over die begroting en vervolgens het bedrag vaststellen dat het onderzoek ten hoogste mag kosten.
3.16
De Ondernemingskamer zal Spinnerij Oosterveld c.s. als de overwegend in het ongelijk gestelde partij, veroordelen in de kosten van het geding.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
beveelt een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Spinnerij Oosterveld B.V. over de periode vanaf mei 2017 tot heden;
benoemt een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon teneinde het onderzoek te verrichten;
houdt in verband met het bepaalde in rechtsoverweging 3.15 de vaststelling van het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten aan;
bepaalt dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van Spinnerij Oosterveld B.V. en dat zij voor de betaling daarvan ten genoegen van de onderzoeker voor de aanvang van diens werkzaamheden zekerheid dient te stellen;
benoemt mr. C.C. Meijer tot raadsheer-commissaris, zoals bedoeld in artikel 2:350 lid 4 BW;
schorst, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding, met ingang van heden 555 Hudson B.V. als bestuurder van Spinnerij Oosterveld B.V.;
benoemt bij wijze van onmiddellijke voorziening met onmiddellijke ingang en vooralsnog voor de duur van het geding - voor zover nodig in afwijking van de statuten - een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon tot bestuurder van Spinnerij Oosterveld B.V. en bepaalt dat deze bestuurder zelfstandig bevoegd is Spinnerij Oosterveld B.V. te vertegenwoordigen;
bepaalt dat het salaris en de kosten van deze bestuurder ten laste komen van Spinnerij Oosterveld B.V. en bepaalt dat Spinnerij Oosterveld B.V. voor de betaling daarvan ten genoegen van de bestuurder zekerheid dient te stellen vóór de aanvang van diens werkzaamheden;
bepaalt vooralsnog voor de duur van het geding dat de aandelen van 555 Hudson B.V. in Spinnerij Oosterveld B.V. ten titel van beheer met ingang van heden zijn overgedragen aan een nader aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon;
bepaalt dat het salaris en de kosten van de beheerder van aandelen ten laste komen van Spinnerij Oosterveld B.V. en bepaalt dat Spinnerij Oosterveld B.V. voor de betaling daarvan ten genoegen van de beheerder zekerheid dient te stellen vóór de aanvang van diens werkzaamheden;
veroordeelt Spinnerij Oosterveld B.V. en 555 Hudson B.V. hoofdelijk in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Drie Towers begroot op € 3.982,=.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.W.H. Vink, voorzitter, en mr. G.C. Makkink en mr. C.C. Meijer, raadsheren, en prof. drs. E. Eeftink RA en drs. A.G. Thomassen, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 november 2020.