ECLI:NL:GHAMS:2020:3316
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Loonvordering in kort geding met betrekking tot overgang van ondernemingen en arbeidsovereenkomst
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, gaat het om een loonvordering in kort geding van een werknemer, [geïntimeerde], tegen zijn voormalige werkgever, Sushi One V.O.F. en de vennoten [vennoot 1] en [vennoot 2]. De werknemer vordert betaling van achterstallig loon over de periode van september 2019 tot de rechtsgeldige beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst, met wettelijke verhoging en rente. De kantonrechter had eerder in een vonnis geoordeeld dat de werknemer voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd had met de voorganger van Sushi One en dat er sprake was van een overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 BW. Dit leidde tot de verplichting voor Sushi One c.s. om het loon van de werknemer door te betalen tijdens zijn ziekte.
Sushi One c.s. hebben in hoger beroep grieven ingediend tegen deze beslissing, waarbij zij betwisten dat er een arbeidsovereenkomst bestond en dat de werknemer ziek was. Het hof heeft de grieven van Sushi One c.s. beoordeeld en geconcludeerd dat de werknemer inderdaad een arbeidsovereenkomst had en dat er geen sprake was van een schijnconstructie. Het hof heeft de eerdere beslissing van de kantonrechter bekrachtigd en Sushi One c.s. veroordeeld in de kosten van het geding in hoger beroep. De zaak benadrukt de juridische aspecten van loonvorderingen, de overgang van ondernemingen en de rechten van werknemers in geval van ziekte.