Uitspraak
Onderzoek van de zaak
21 oktober 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging
Bewezenverklaring
hij op 28 augustus 2018 te Amsterdam ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [benadeelde] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, met een vuurwapen (volautomatisch aanvalsgeweer) één of meermalen in de richting van die [benadeelde] heeft getracht te vuren en (terwijl die [benadeelde] weerloos op de grond lag) met veel kracht meermalen op het hoofd van die [benadeelde] heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 28 augustus 2018 te Amsterdam een vuurwapen van categorie II, te weten een volautomatisch vuurwapen, type aanvalsgeweer, en munitie van categorie II, te weten patronen van kaliber 7.62 x 39 mm, voorhanden heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) jaren.
€ 264.715,86 (tweehonderdvierenzestigduizend zevenhonderdvijftien euro en zesentachtig cent) bestaande uit € 214.715,86 (tweehonderdveertienduizend zevenhonderdvijftien euro en zesentachtig cent) materiële schade en € 50.000,00 (vijftigduizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 november 2020.