Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 21 augustus 2019. De verdachte, geboren in 1978 en thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad, is veroordeeld voor diefstallen in een supermarkt en restaurant, alsook voor lokaalvredebreuk. Het hof heeft het vonnis van de politierechter gedeeltelijk vernietigd, met uitzondering van de bevestiging van de bewezenverklaring van de diefstallen. De politierechter had de verdachte een gevangenisstraf van drie weken opgelegd, waarvan één week voorwaardelijk, met een proeftijd van één jaar. De advocaat-generaal vorderde een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie weken met een proeftijd van twee jaren, zonder bijzondere voorwaarden. Het hof heeft de straf bepaald op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden, waarbij het de recidive van de verdachte in aanmerking heeft genomen. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere diefstallen en heeft een winkelverbod genegeerd, wat leidde tot overlast. Gezien de eerdere veroordelingen en de opgelegde maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD), heeft het hof besloten om een voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, om te voorkomen dat het ISD-traject wordt doorkruist. Het hof heeft de op te leggen straf gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht, en heeft de beslissing genomen om de gevangenisstraf niet ten uitvoer te leggen, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit.