ECLI:NL:GHAMS:2020:3209
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- M.L.M. van der Voet
- J.H.C. van Ginhoven
- H.M.J. Quaedvlieg
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake mishandeling tussen broer en zus
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 24 augustus 2015 was gewezen. De verdachte, geboren in 1988 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis waarin hij was veroordeeld voor mishandeling van zijn zus. De tenlastelegging betrof een incident op 4 februari 2014 te Diemen, waarbij de verdachte zijn zus opzettelijk mishandeld zou hebben door haar te slaan, te duwen en aan haar haren te trekken, wat resulteerde in letsel en pijn voor het slachtoffer.
Tijdens de zitting op 13 november 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de raadsman gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de mishandeling wettig en overtuigend bewezen is, maar heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte werd vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. Het hof oordeelde dat er geen omstandigheden waren die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsloten.
De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een taakstraf van zestig uren, maar het hof besloot dat er geen straf of maatregel opgelegd zou worden, gezien de lange tijd die verstreken was sinds het feit, de huidige detentie van de verdachte en de verklaring van het slachtoffer dat het probleem was opgelost. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en geconcludeerd dat het opleggen van een straf niet meer gerechtvaardigd was.