ECLI:NL:GHAMS:2020:3203

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 november 2020
Publicatiedatum
27 november 2020
Zaaknummer
23-002304-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake kinderporno op gegevensdragers

Dit arrest is gewezen door het gerechtshof Amsterdam op 27 november 2020 in de zaak van een verdachte die in hoger beroep ging tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal op verschillende gegevensdragers, waaronder een tablet en een telefoon. De tenlastelegging omvatte onder andere het oraal penetreren van een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en het betasten van het geslachtsdeel van een minderjarige. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep en het dossier van de eerste aanleg. De verdachte heeft aangevoerd dat hij niet wist dat de bestanden met kinderporno op zijn apparaten stonden, omdat deze mogelijk door anderen op de apparaten zijn geplaatst. Het hof heeft dit verweer verworpen en geoordeeld dat de verdachte als eigenaar van de apparaten wetenschap moet hebben gehad van de aanwezige bestanden. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 augustus 2017 tot en met 20 februari 2018 meermalen in bezit is geweest van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren. Tevens zijn de gegevensdragers onttrokken aan het verkeer, gezien de aard van de inhoud.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002304-18
datum uitspraak: 27 november 2020
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 14 juni 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-036032-18 tegen

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1983,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
13 november 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus 2017 tot en met 20 februari 2018 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, en/of te Haarlem en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal (telkens) afbeeldingen (foto's) - en/of (een) gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen - te weten: een tablet (merk: Samsung) en/of een SD kaart en/of een telefoon (merk Samsung) - van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad
welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ([bestand 1].jpg (fotonummer 10), zie pagina 45 van het Proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal) en/of
- het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt ([bestand 2] (fotonummer 8), zie pagina 45 van het Proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal) en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's nadrukkelijk de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ([bestand 3].jpg (fotonummer 14) en/of [bestand 4] (fotonummer 12), zie pagina 45 van het Proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal en/of [bestand 5] (foto 2), zie pagina 67 van het Proces-verbaal van bevindingen onderzoek Samsung Galaxy S6) en/of
- het zichtbaar maken van sperma op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling ([bestand 6].jpg (fotonummer 9), zie pagina 45 van het Proces-verbaal Beschrijving kinderpornografisch materiaal),
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een (iets) andere bewezenverklaring en kwalificatie komt.

Bewijsoverwegingen

De raadsman heeft vrijspraak bepleit en daartoe aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat de verdachte wetenschap had van de bestanden met kinderporno die op zijn tablet en telefoon zijn aangetroffen. Niet is vastgesteld op welk moment de bestanden op de tablet zijn gezet, terwijl uit het dossier blijkt dat de tablet enige tijd buiten de macht van de verdachte is geweest. Van de bestanden die op de telefoon zijn aangetroffen, is niet vastgesteld hoe en wanneer die bestanden daarop zijn beland. Dat kan door synchronisatie zijn gebeurd. Bovendien werd de telefoon evenals de tablet door de verdachte wel eens aan anderen in het daklozencircuit uitgeleend.
Het hof verwerpt het verweer en overweegt hieromtrent als volgt.
Op 1 september 2017 is in een ziekenhuis in Hoofddorp een tablet gevonden, waarop bestanden met kinderporno zijn aangetroffen. Uit onderzoek is niet gebleken door wie en wanneer die tablet daar is achtergelaten. Wel kan worden vastgesteld dat de verdachte de eigenaar is van de tablet. Na de aanhouding van de verdachte zijn op diens telefoon eveneens kinderpornografische afbeeldingen aangetroffen, onder meer afbeeldingen die ook op de tablet zijn aangetroffen.
Als uitgangspunt dient te gelden dat de eigenaar/houder van een gegevensdrager wetenschap heeft van bestanden die zich daarop bevinden, behoudens sterke aanwijzingen van het tegendeel. Van dergelijke aanwijzingen is hier geen sprake.
De tablet
Dat de verdachte op 30 augustus 2017 met de politie contact heeft opgenomen met de mededeling dat hij na zijn aanhouding op die dag zijn tablet vermiste, leidt niet dwingend tot de conclusie dat hij daarna niet meer in het bezit was van zijn tablet, zodat de daarop gegronde stelling dat het een ander moet zijn geweest die de tablet in het ziekenhuis heeft achtergelaten niet aannemelijk is geworden. Nu het dossier ook overigens geen aanknopingspunten bevat dat een ander dan de verdachte de tablet in bezit heeft gehad, acht het hof het niet aannemelijk dat de bestanden met kinderporno buiten medeweten van de verdachte op zijn tablet zijn gezet. Het hof acht dan ook bewezen dat de verdachte de tablet in zijn bezit had terwijl hij wist dat de tablet kinderpornografische bestanden bevatte. Dit geldt te meer nu dergelijke bestanden, waaronder gelijke afbeeldingen, tevens op diens telefoon zijn aangetroffen.
De telefoon
De enkele stelling van de raadsman dat de verdachte zijn telefoon wel eens uitleende aan anderen in het daklozencircuit, is zonder nadere, concrete, onderbouwing onvoldoende om te kunnen aannemen dat de verdachte, als eigenaar van de telefoon, geen wetenschap had van de kinderpornografische afbeeldingen op zijn telefoon. Evenmin overtuigt de - niet nader onderbouwde - geopperde mogelijkheid dat door synchronisatie de bestanden op de telefoon van de verdachte zijn terechtgekomen. Daarbij komt dat de verdachte in december 2017 tijdens zijn verblijf in de nachtopvang tegen een medebewoner heeft gezegd dat hij websites met kinderporno kon leveren; de verdachte was dus kennelijk goed op de hoogte van de vindplaatsen van kinderporno op internet.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij in de periode van 1 augustus 2017 tot en met 20 februari 2018 in Nederland gegevensdragers - te weten een tablet (merk Samsung), een SD kaart en een telefoon (merk Samsung) -, bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
- het oraal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (foto 10), en/of
- het betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (foto 8), en/of
- het geheel of gedeeltelijk naakt poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's nadrukkelijk de borsten en/of billen van die persoon in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding aldus telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (foto 14), (foto 12) en (foto 2), en/of
- het zichtbaar maken van sperma op het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het houden van een penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij de afbeelding aldus een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (foto 9).
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit hebben, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf en maatregel

Straf
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van voorarrest. Daarnaast zijn de gegevensdragers onttrokken aan het verkeer.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf en maatregel als door de rechter in eerste aanleg zijn opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft een grote hoeveelheid pornografisch materiaal in zijn bezit gehad, waaronder afbeeldingen van seksuele handelingen waarbij zeer jonge kinderen zijn betrokken. Dit materiaal stond niet alleen op de tablet, en een daarin geplaatste SD-kaart, van verdachte, maar ook op zijn mobiele telefoon. Door aldus te handelen heeft de verdachte indirect het vervaardigen van en de handel in kinderporno, waarbij vaak zeer jonge kinderen door volwassenen aan zeer verregaande seksuele handelingen worden onderworpen, bevorderd. Dergelijk seksueel misbruik kan – zoals algemeen bekend – leiden tot ernstige lichamelijke en psychische schade bij de slachtoffers. Mede om die reden is het van groot belang dat ook het bezit van kinderpornografisch materiaal wordt aangepakt en bestraft. Uitgangspunt is dan ook dat enkel een vrijheidsbenemende straf passend is.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 3 november 2020 is hij eerder onherroepelijk veroordeeld. Aangezien dit andersoortige delicten betrof, zal het hof bij de bepaling van de straf hiermee niet ten nadele van de verdachte rekening houden.
Het hof heeft tevens acht geslagen op de met betrekking tot de verdachte opgemaakte Pro Justitia rapportage van 1 mei 2018, opgemaakt door [naam 1], GZ-psycholoog, en het reclasseringsadvies van Fivoor, opgemaakt op 18 mei 2018 door [naam 2].
In het rapport van Fivoor wordt geconcludeerd dat het de verdachte ontbreekt aan maatschappelijke stabiliteit en dat sprake is van alcohol- en drugsgebruik. De reclassering acht het aannemelijk dat de verdachte opnieuw met justitie in aanraking komt.
De verdachte niet heeft meegewerkt aan het psychologisch onderzoek. Daarom kon de deskundige niet de vraag beantwoorden of de verdachte lijdende was aan een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Het hof heeft dan ook geen aanknopingspunten om de feiten aan de verdachte in verminderde mate toe te rekenen.
Het hof heeft, alles afwegende, geen aanleiding om van eerdergenoemd uitgangspunt af te wijken en acht oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden passend en geboden. Het hof zal bepalen dat een gedeelte daarvan, groot drie maanden, voorwaardelijk niet ten uitvoer wordt gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, om de verdachte ervan te weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
Maatregel
Het tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot de hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen. Nu deze voorwerpen kinderpornografisch materiaal bevatten is het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd met de wet of het algemeen belang. Zij zullen daarom aan het verkeer worden onttrokken.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 57, 63 en 240b van het Wetboek van Strafrecht. Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
9 (negen) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een tablet, wit, merk Samsung, met bijbehorende SD-kaart 8 GB (796401);
- een telefoontoestel, zwart, merk Samsung (859393).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. J.H.C. van Ginhoven en mr. H.M.J. Quaedvlieg, in tegenwoordig-heid van mr. M.A.T. van Willigen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 27 november 2020.
Mr. Van der Voet is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]

[…]

[…]

[…]