ECLI:NL:GHAMS:2020:3201
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis van de economische politierechter inzake taxivervoer zonder gekeurde taxameter
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de economische politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 30 augustus 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in 1957, was aangeklaagd voor het verrichten van taxivervoer met een auto waarvan de taxameter niet binnen de wettelijke termijn van één jaar was gecontroleerd. De laatste controle had plaatsgevonden op 25 februari 2017, terwijl de verdachte op 21 april 2018 taxivervoer verrichtte. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere beslissing kwam. Het hof achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan, maar sprak hem vrij van andere tenlastegelegde feiten.
De strafbaarheid van het bewezenverklaarde werd niet uitgesloten, en het hof concludeerde dat de verdachte strafbaar was. De economische politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 900,00, subsidiair 18 dagen hechtenis, waarvan € 450,00 voorwaardelijk was met een proeftijd van twee jaren. De advocaat-generaal had in hoger beroep een voorwaardelijke geldboete van € 600,00 gevorderd. Gezien de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder financiële problemen en eerdere veroordelingen, besloot het hof om geen straf of maatregel op te leggen. Het hof vernietigde de eerdere strafbeschikking en verklaarde het bewezenverklaarde strafbaar, maar legde geen straf op.