ECLI:NL:GHAMS:2020:3189

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 november 2020
Publicatiedatum
25 november 2020
Zaaknummer
23-004099-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen in Hoorn

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was eerder veroordeeld voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, gepleegd op 6 december 2015 in Hoorn. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en de verdachte vrijgesproken van zowel de primair als subsidiair tenlastegelegde feiten. Tijdens de zitting op 10 november 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, evenals de verdediging van de verdachte.

De tenlastelegging omvatte geweldpleging tegen meerdere slachtoffers, waarbij de verdachte zou hebben deelgenomen aan een vechtpartij. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan het geweld. De enkele aanwezigheid in een groep die geweld pleegt, is niet voldoende om te concluderen dat de verdachte ook daadwerkelijk in vereniging geweld heeft gepleegd. Het hof concludeert dat de verdachte niet kan worden aangemerkt als dader van het openlijk in vereniging gepleegde geweld, en dat ook de subsidiaire tenlastelegging niet bewezen kon worden.

Het hof heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten, en heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met inachtneming van de relevante feiten en omstandigheden van de zaak.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004099-17
datum uitspraak: 24 november 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 3 november 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-027892-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
10 november 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Gelet op de in eerste aanleg door de rechtbank toegelaten wijziging is aan de verdachte tenlastegelegd dat:
primair:hij op of omstreeks 6 december 2015 te Hoorn, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Grote Havensteeg en/of de Rode Steen (een uitgaansgebied), in elk geval op of aan de openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft/hebben gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en)
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of (een of meer) van zijn mededader(s),
- ( meermalen) tegen/aan het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en) geduwd en/of getrokken en/of
- ( meermalen)(met kracht) tegen het gezicht en/of het lichaam van die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een of meer (onbekend gebleven) perso(o)n(en) geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of geduwd
subsidiair:dat hij zich op of omstreeks 6 december 2015 te Hoorn, niet heeft gehouden aan het verbod, op een openbare plaats, de Rode Steen (een uitgaansgebied), op een moment dat een of meer
horecagelegenheden uitgingen/gingen sluiten in elk geval op een moment dat zich meerdere personen in/op die straat/die openbare plaats bevonden deel te nemen aan een samenscholing en/of onnodig op te dringen en/of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.

Vrijspraak

De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde en heeft daartoe - zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd. In de verschillende processen-verbaal van bevindingen, waarin politieambtenaren hebben gerelateerd wat zij ter plaatse van het incident hebben waargenomen of waarin de camerabeelden van de Rode Steen/Grote Havensteeg in Hoorn worden beschreven, wordt de verdachte genoemd als actieve deelnemer aan verschillende vechtpartijen tussen twee groepen verdachten. Daardoor heeft hij zich schuldig gemaakt aan openbare geweldpleging.
Het hof stelt voorop dat van het "in vereniging" plegen van geweld sprake is, indien de verdachte een voldoende significante of wezenlijke bijdrage levert aan het geweld, zij het dat deze bijdrage zelf niet van gewelddadige aard behoeft te zijn. De enkele omstandigheid dat iemand aanwezig is in een groep die openlijk geweld pleegt, is niet zonder meer voldoende om hem te kunnen aanmerken als iemand die "in vereniging" geweld pleegt. Beoordeeld zal moeten worden of de door de verdachte geleverde intellectuele en/of materiële bijdrage aan het delict van voldoende gewicht is.
Uit het procesdossier en het verhandelde ter terechtzitting kan niet meer worden afgeleid dan dat de verdachte – kennelijk in verband met een eerder voorval – die avond naar [slachtoffer 2] is toegegaan en met hem de confrontatie is aangegaan. Niet is vast komen te staan dat tijdens die confrontatie aan de zijde van de verdachte anderen met hem vochten. Nadat deze eerste vechtpartij was beëindigd, is wederom een vechtpartij ontstaan waarbij diverse personen, waaronder de verdachte en de in de tenlastelegging bij naam genoemde personen, waren betrokken. Hierbij is de verdachte geslagen en geschopt en is hij op de grond terecht gekomen. De verdachte heeft zich hiertegen verweerd. Niet is gebleken dat hij toen en daar in vereniging met anderen heeft (terug)gevochten. Evenmin is komen vast te staan dat de verdachte op andere wijze een voldoende significante of wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het tenlastegelegde geweld, zodat het tenlastegelegde niet kan worden bewezen en de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Naar het oordeel van het hof is evenmin wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte subsidiair is ten laste gelegd, zodat de verdachte ook hiervan moet worden vrijgesproken.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. D. Radder en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van
mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
24 november 2020.
mr. H.M.J. Quaedvlieg is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.