ECLI:NL:GHAMS:2020:3185

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 oktober 2020
Publicatiedatum
24 november 2020
Zaaknummer
200.274.386/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot vaststelling kosten van onderzoek naar beleid en gang van zaken van Wagenborg Bulk Terminal B.V.

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 26 oktober 2020 een beschikking gegeven inzake de verzoeken van de besloten vennootschappen [A] en [B] tot vaststelling van de kosten van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Wagenborg Bulk Terminal B.V. (WBT). De Ondernemingskamer had eerder op 25 mei 2020 een onderzoek bevolen naar het beleid van WBT over de periode vanaf 1 januari 2019. De kosten van dit onderzoek waren aanvankelijk vastgesteld op € 27.000, exclusief omzetbelasting. De onderzoeker, drs. P.J. Schimmel, heeft op 13 oktober 2020 verzocht om een verhoging van dit bedrag met maximaal € 6.250, omdat de werkzaamheden meer tijd en middelen vereisten dan aanvankelijk voorzien.

De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om op dit verzoek te reageren. Na ontvangst van de reacties van de betrokken partijen, heeft de Ondernemingskamer geoordeeld dat het verzoek van de onderzoeker adequaat was onderbouwd en dat er geen bezwaren waren tegen de voorgestelde verhoging. De Ondernemingskamer heeft daarom besloten om het bedrag dat het onderzoek mag kosten te verhogen tot € 33.250, exclusief omzetbelasting. Deze beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die tegen deze beschikking kunnen worden aangewend.

De beschikking is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de raadsheren van de Ondernemingskamer, en de griffier. Dit onderstreept de transparantie en de rechtszekerheid in de procedure.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.274.386/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 26 oktober 2020
inzake
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[A],
gevestigd te [....] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[B] .,
gevestigd te [....] ,
VERZOEKSTERS,
advocaten:
mr. F. Eikelboomen
mr. W.A. Vader, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WAGENBORG BULK TERMINAL B.V.,
gevestigd te Delfzijl,
VERWEERSTER,
advocaten:
mr. W.F.W. Timmeren
mr. J.L. de Hoop, beiden kantoorhoudende te Groningen,
e n t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KONINKLIJKE WAGENBORG B.V.,
gevestigd te Delfzijl,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WAGENBORG STEVEDORING B.V.,
gevestigd te Delfzijl,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WABOR B.V.,
gevestigd te Delfzijl,
4.
[C],
wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDEN,
advocaten:
mr. W.F.W. Timmeren
mr. J.L. de Hoop, beiden kantoorhoudende te Groningen,
5. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[D],
gevestigd te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
R.H. Knegtering, kantoorhoudende te Leeuwarden.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zullen verzoeksters, verweerster en belanghebbenden (ook) als volgt worden aangeduid:
  • [A] met [A] ;
  • [B] . met [B] ;
  • Wagenborg Bulk Terminal B.V. met WBT;
  • Koninklijke Wagenborg B.V. met Wagenborg;
  • Wagenborg Stevedoring B.V. met Wagenborg Stevedoring;
  • Wabor B.V. met Wabor;
  • [D] met [D] ;
  • WBT, Wagenborg, Wagenborg Stevedoring, Wabor en [C] met WBT c.s.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen in deze zaak van 25 mei, 26 mei 2020 en 25 juni 2020.
1.3
Bij beschikking van 25 mei 2020 heeft de Ondernemingskamer - voor zover thans van belang - een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van WBT over de periode vanaf 1 januari 2019, een nader aan te wijzen persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten en de vaststelling van het bedrag dat het onderzoek mag kosten aangehouden. De Ondernemingskamer heeft verder bepaald dat de kosten van het onderzoek ten laste komen van WBT, en dat zij voor de betaling daarvan ten genoegen van de onderzoeker voor de aanvang van diens werkzaamheden zekerheid dient te stellen. Bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van het geding heeft de Ondernemingskamer een nader aan partijen bekend te maken persoon benoemd tot bestuurder van WBT.
1.4
Bij beschikking van 26 mei 2020 zijn mr. J.A. van der Have (verder: mr. Van der Have) als bestuurder en drs. P.J. Schimmel RA CFE (verder: onderzoeker) als onderzoeker aangewezen zoals bedoeld in beschikking van 25 mei 2020.
1.5
Bij beschikking van 25 juni 2020 heeft de Ondernemingskamer het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten vastgesteld op € 27.000, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.6
Bij e-mailbericht van 13 oktober 2020 heeft de onderzoeker de Ondernemingskamer verzocht het bedrag dat het onderzoek ten hoogste mag kosten te verhogen met maximaal €6.250, de verschuldigde omzetbelasting daarin niet begrepen.
1.7
De Ondernemingskamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten. Daarop zijn de volgende reacties ontvangen door de Ondernemingskamer:
- een e-mailbericht van 14 oktober 2020 van mr. Van der Have;
- een e-mailbericht van 16 oktober 2020 van mr. Eikelboom namens [A] en [B] ;
- een e-mailbericht van 16 oktober 2020 van mr. Knegtering namens [D] ;
- een e-mailbericht van 16 oktober 2020 van mr. De Hoop namens WBT c.s..

2.De gronden van de beslissing

2.1
De onderzoeker heeft zijn verzoek onderbouwd met een toelichting op de door hem reeds verrichte werkzaamheden en op de naar zijn verwachting nog te verrichten werkzaamheden.
2.2
Nu de onderzoeker zijn verzoek adequaat heeft toegelicht, geen van partijen bezwaar heeft gemaakt tegen de verzochte verhoging en het verzochte bedrag de Ondernemingskamer niet onredelijk voorkomt, zal het verzoek van de onderzoeker worden ingewilligd. De Ondernemingskamer zal het verzoek tot kostenverhoging toewijzen zoals hierna te vermelden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verhoogt het bedrag dat het bij de beschikking van 25 mei 2020 bevolen onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Wagenborg Bulk Terminal B.V. ten hoogste mag kosten tot € 33.250 (de verschuldigde omzetbelasting daaronder niet begrepen);
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. A.J. Wolfs en mr. J.M. de Jongh, raadsheren, en drs. M.A. Scheltema en drs. V.G. Moolenaar, raden, in tegenwoordigheid van mr. M.A. Sterk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2020.