Uitspraak
mr. J.E. Stam, kantoorhoudende te Naarden,
mr. J. van Bekkum, kantoorhoudende te Amsterdam,
mrs. J.P.P. Latouren
D.A.Q. Willemse, kantoorhoudende te Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze beschikking van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 6 oktober 2020, wordt een onderzoeker aangewezen in een vennootschapsrechtelijk geschil tussen de besloten vennootschappen [A], [B] en [C]. De verzoekster, [A], vertegenwoordigd door mr. J.E. Stam, heeft een verzoek ingediend tegen de verweerster, [B], vertegenwoordigd door mr. J. van Bekkum, en de belanghebbende, [C], vertegenwoordigd door mrs. J.P.P. Latour en D.A.Q. Willemse. De Ondernemingskamer heeft eerder al een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van [B] en heeft in eerdere beschikkingen maatregelen getroffen, waaronder de schorsing van bestuurders en de benoeming van een zelfstandig vertegenwoordigingsbevoegd bestuurder.
De Ondernemingskamer heeft vastgesteld dat er een diepgeworteld wantrouwen is ontstaan tussen de aandeelhouders, wat de continuïteit van de onderneming in gevaar bracht. Na de verkoop van de onderneming van [B] op 1 juli 2020, is de situatie veranderd. De Ondernemingskamer overweegt dat de huidige geschillen vooral betrekking hebben op de financiële verhoudingen tussen [B] en de betrokken broers. De reikwijdte van het onderzoek wordt beperkt tot de omstandigheden die van belang zijn voor de vaststelling van de vermogenspositie van [B].
De Ondernemingskamer heeft mr. R.J.W. Analbers aangewezen als onderzoeker en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is openbaar uitgesproken door de voorzitter en de raadsheren, in aanwezigheid van de griffier.