ECLI:NL:GHAMS:2020:3162

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 november 2020
Publicatiedatum
20 november 2020
Zaaknummer
23-000913-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake voorhanden hebben van vuurwapens met betrekking tot persoonlijke omstandigheden van de verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 17 maart 2020. De verdachte, geboren in 1997, was beschuldigd van het voorhanden hebben van vuurwapens. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, behalve ten aanzien van de strafoplegging en de bewijsoverweging met betrekking tot feit 2, die vernietigd werd. Het hof oordeelde dat de verdachte op 27 en 28 juli 2018 op filmpjes zichtbaar vuurwapens toonde, en dat dit bewijs werd ondersteund door de bevindingen van verbalisanten en de verklaring van de verdachte zelf. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden. De advocaat-generaal had in hoger beroep een gevangenisstraf van 12 maanden geëist, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. Het hof heeft echter besloten om, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en zijn positieve ontwikkeling, een taakstraf van 240 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 jaren op te leggen. Het hof benadrukte de ernst van het voorhanden hebben van vuurwapens en de noodzaak om dergelijke criminaliteit krachtig te bestrijden, vooral in Amsterdam. De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet wapens en munitie, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000913-20
datum uitspraak: 20 november 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 17 maart 2020 in de strafzaak onder parketnummer 13-741147-18 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
adres: [adres 1].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
6 november 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte en door het openbaar ministerie is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de strafoplegging en de bewijsoverweging ten aanzien van feit 2. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

Bewijsoverweging ten aanzien van feit 2

Het hof acht bewezen dat verdachte degene is die op 27 en 28 juli 2018 de op twee van de op zijn telefoon aangetroffen filmpjes zichtbare vuurwapens, te weten de Kimar, model Ceská Zbrojovka 75, kaliber 9mm P.A.K. en de EKOL, model Volga “Grizzly”, kaliber 9 mm P.A.K., toont.
Het hof ontleent dat bewijs aan de bevindingen van de verbalisanten die het beeldmateriaal en de overige gegevens op de telefoon van verdachte hebben geanalyseerd. Die analyse wijst uit dat de vuurwapens telkens door een persoon worden vastgehouden. Daarnaast is op
stillsvan het filmpje met het vuurwapen van het merk EKOL, een deel van een schoen zichtbaar, waarvan de verbalisanten met behulp van beeldvergelijking concluderen dat die van het exclusieve merk Philipp Plein is. Op
stillsvan het filmpje met het vuurwapen van het merk Kimar, is een Louis Vuittontasje te zien. Deze filmpjes zijn respectievelijk op 28 en 27 juli 2018, met de telefoon in kwestie gemaakt. Bovendien staat op die telefoon van de verdachte een daarmee vervaardigd filmpje waarop hij te zien is met schoenen en een tasje die overeenkomen met, althans sterk lijken op de schoenen en het tasje die in beeld zijn op de filmpjes waarop het tonen van voornoemde wapens is te zien. Verder is vastgesteld dat op deze telefoon verschillende malen op internet is gezocht met de zoektermen “ekol volga” en “ekol volga 9 mm prijs”. De bevindingen van de verbalisanten worden verder ondersteund door de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in eerste aanleg, waarin hij heeft bevestigd dat hij Philipp Plein schoenen heeft. Het hof acht schoenen van dit type voldoende specifiek en onderscheidend, zeker nu de verdachte deze droeg in combinatie met de Louis Vuitton schoudertas die op het filmpje met de Kimar te zien is.

Oplegging van straffen

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder feit 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met een proeftijd van 3 jaren met bijzondere voorwaarden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder feit 1 en feit 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
De raadsman heeft verzocht tot het opleggen van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
Verdachte heeft meerdere vuurwapens voorhanden gehad. Het ongecontroleerd voorhanden hebben van vuurwapens is bijzonder kwalijk, nu dit extreem gevaarzettend is. Dergelijke criminaliteit dient dan ook krachtig te worden bestreden. Zeker in Amsterdam is het vuurwapenbezit en -gebruik een groot en toenemend probleem waardoor de veiligheid van personen en de rechtsorde in het geding zijn en waartegen krachtig dient te worden opgetreden. Het hof acht dan ook in beginsel, zeker nu het gaat om meerdere vuurwapens, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur geboden.
Bij de beoordeling en weging van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte heeft het hof acht geslagen op het reclasseringsadvies en op hetgeen door de getuige-deskundige ter terechtzitting in hoger beroep naar voren is gebracht. Daaruit volgt dat wat tot nu toe in de begeleiding van de verdachte is gerealiseerd en bereikt, zal worden doorkruist, gefrustreerd of tenietgedaan door hem een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De getuige-deskundige heeft daarnaast verklaard dat hij inmiddels intensief contact heeft met de verdachte en dat deze intrinsiek gemotiveerd lijkt te zijn om de positieve wending in zijn leven voort te zetten. Hiervoor grijpt de verdachte alle kansen aan die hij krijgt.
Deze persoonlijke omstandigheden, gecombineerd met de betrekkelijke ouderdom van de feiten en met de positieve ontwikkeling in het leven van de verdachte daarna, maken dat het hof in plaats van een onvoorwaardelijke detentiestraf de maximale taakstraf op zal leggen evenals een langdurige voorwaardelijke gevangenisstraf met een driejarige proeftijd, opdat vooral wordt bewerkstelligd dat de verdachte niet opnieuw in de fout zal gaan.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de strafoplegging en de bewijsoverweging ten aanzien van feit 2 en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als
bijzondere voorwaardedat de veroordeelde:
  • verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd te melden bij Reclassering Nederland op de [adres 2], zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
  • gedurende de volledige proeftijd actief deel neemt aan de gedragsinterventie Leefstijltraining of een andere gedragsinterventie die gericht is op verslaving en middelengebruik. De reclassering bepaalt welke training dat precies wordt. Veroordeelde houdt zich aan afspraken en aanwijzingen van de trainer/begeleider.
  • gedurende de volledige proeftijd, zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang te weten HVO-Querido of een soortgelijke instelling, en zich zal houden aan het dagprogramma dat, en de huisregels die, deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld.
  • meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
  • beschikt over een dagbesteding in de vorm van werk en of een opleiding, ook als dat inhoudt meewerken aan een traject aangeboden door of via Werk Participatie en Inkomen (WPI), in de persoon van de heer [naam], of aan een vergelijkbaar traject.
Geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde(n) en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
240 (tweehonderdveertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
120 (honderdtwintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1
STK Zaktelefoon Kl:Rood APPLE Iphone 7+ (itemnummer 5597333)
1
STK Zaktelefoon Kl:Wit APPLE Iphone 7+ (itemnummer 5618517).
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R.D. van Heffen, mr. D. Radder en mr. A. Dantuma-Hieronymus,
in tegenwoordigheid van mr. F. van den Brink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 20 november 2020.
Mr. A. Dantuma-Hieronymus is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]