Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I/II” moet worden beschouwd als een louter kwalificatieve zinsnede die geen deel uitmaakt van de feitsomschrijving, zodat de bewijsvraag daarop geen betrekking heeft. De politierechter heeft deze passage dan ook ten onrechte opgenomen in de bewezenverklaring.
Bewijsoverweging
“Jullie keerden vanwege dat onderzoek hé? De recherche heeft jullie gestuurd. Ik weet het. Dat onderzoek. Ik heb helemaal geen wapen. Bullshit!.”[verbalisant 2] deelde de verdachte mede dat hij gecontroleerd werd op grond van artikel 160 van de Wegenverkeerswet 1994 en vorderde ter inzage de afgifte van zijn rijbewijs en kentekenbewijs, waarop de verdachte zijn rijbewijs overhandigde. [verbalisant 2] heeft vervolgens de persoonsgegevens van de verdachte in het politiesysteem bevraagd. Daaruit bleek dat de verdachte meerdere antecedenten had op het gebied van het vervaardigen van softdrugs. [verbalisant 1] en [verbalisant 2] liepen vervolgens naar de auto van de verdachte. Zij roken direct een penetrante geur die zij ambtshalve herkenden als de geur van een hennepplant. Op grond van voormelde feiten en omstandigheden hebben [verbalisant 1] en [verbalisant 2] besloten over te gaan tot doorzoeking van de auto van de verdachte op grond van artikel 96b Sv.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: