ECLI:NL:GHAMS:2020:3147

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 november 2020
Publicatiedatum
19 november 2020
Zaaknummer
23-003574-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis wegens persoonlijke omstandigheden van de verdachte in winkeldiefstalzaak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 november 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Suriname in 1965, was beschuldigd van winkeldiefstal van corned beef en smac op 7 mei 2019 in Amsterdam. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete van € 200,-. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, waarbij zijn raadsman aanvoerde dat de verdachte vrijgesproken moest worden, omdat de camerabeelden niet overeenkwamen met het tijdstip op het aangifteformulier en er onvoldoende bewijs was dat de verdachte meerdere goederen had weggenomen.

Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte inderdaad de goederen had weggenomen, maar dat er persoonlijke omstandigheden waren die meebrachten dat er geen straf of maatregel opgelegd zou worden. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdediging in overweging genomen, waaronder een rapport van GGZinGeest dat de geestelijke stoornissen van de verdachte beschrijft. Het hof heeft uiteindelijk het vonnis van de politierechter vernietigd en bepaald dat de verdachte schuldig wordt verklaard zonder oplegging van straf of maatregel, rekening houdend met zijn persoonlijke omstandigheden.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003574-19
datum uitspraak: 17 november 2020
TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 12 september 2019 in de strafzaak onder parketnummer 13-135503-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1965,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
3 november 2020.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 7 mei 2019 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, corned beef en smac, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [winkel 1], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewijsoverweging

Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdediging aangevoerd dat de verdachte moet worden vrijgesproken. Het tijdstip van de zich in het dossier bevindende camerabeelden komt niet overeen met het tijdstip op het aangifteformulier. Voorts is niet voldoende vast komen te staan dat de verdachte meerdere goederen uit de schappen heeft gepakt. Onduidelijk is wat de verdachte precies heeft meegenomen. De smac, die bij de verdachte naderhand is aangetroffen, had de verdachte eerder bij [winkel 2] gekocht, aldus de raadsman.
De afwijkende tijdstippen kunnen worden gezien in het licht van het invullen van het aangifteformulier (door [aangever]). Het tijdstip genoemd op het aangifteformulier is klaarblijkelijk het tijdstip van het invullen van het formulier en niet het moment van de diefstal zelf. Daar komt bij dat de bevindingen van getuige [getuige] grotendeels overeenkomen met hetgeen op de camerabeelden te zien is. De getuige heeft gezien dat de verdachte corned beef (4 keer) en smac in zijn tas stopte. Deze goederen zijn vervolgens ook bij de verdachte aangetroffen. Daarmee staat vast dat de verdachte op 7 mei 2019 corned beef en smac heeft weggenomen. Het door de verdediging geschetste scenario dat de verdachte de smac al op zak gehad, is onvoldoende onderbouwd en in strijd met de bewijsmiddelen.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 7 mei 2019 te Amsterdam, corned beef en smac, toebehorende aan [winkel 1], heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
diefstal.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is. Dat de verdachte ten tijde van het plegen van het delict ontoerekeningsvatbaar zou zijn geweest, zoals door de raadsman bepleit, is onvoldoende onderbouwd en niet aannemelijk geworden.

Oplegging van straf en of maatregel

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke geldboete ter hoogte van € 200,- met een proeftijd van twee jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
De verdediging heeft eveneens verzocht dat de verdachte schuldig zal worden verklaard zonder oplegging van straf of maatregel.
Voorafgaand aan de zitting heeft de verdediging een rapport overgelegd van GGZinGeest, waaruit volgt dat de verdachte een verwijzing heeft gekregen voor detoxopname, behandeling en resocialisatie. De verdachte lijdt aan geestelijke stoornissen en uit het rapport volgt dat verschillende diagnoses zijn genoemd waaronder schizofrenie van het paranoïde type (ongespecificeerde psychische stoornis) en een bipolaire stoornis. Voorts speelt het overmatig gebruik van cocaïne en alcohol een rol.
In verband met persoonlijke omstandigheden van de verdachte acht het hof het raadzaam te bepalen dat geen straf of maatregel wordt opgelegd.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Bepaalt dat ter zake van het bewezenverklaarde geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. E. van Die, mr. P.C. Römer en mr. D. Greven, in tegenwoordigheid van mr. B.K.M. Pouw, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 november 2020.
mr. Greven is buiten staat het arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]