ECLI:NL:GHAMS:2020:3125

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 oktober 2020
Publicatiedatum
18 november 2020
Zaaknummer
23-004183-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake rijden onder invloed en ongeldig rijbewijs

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1982, werd beschuldigd van het rijden onder invloed van alcohol en het besturen van een motorrijtuig terwijl zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. De tenlastelegging omvatte twee punten: het rijden met een alcoholgehalte van 380 microgram per liter uitgeademde lucht en het besturen van een voertuig zonder geldig rijbewijs op 9 augustus 2019 te Purmerend. Tijdens de zitting in hoger beroep op 24 september 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte eerder al was veroordeeld voor soortgelijke feiten, wat zijn recidive onderstreept. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen. De verdachte heeft de verkeersveiligheid in gevaar gebracht door te rijden na het nuttigen van alcohol, terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was. Het hof heeft besloten om de straf te verzwaren, maar heeft ook rekening gehouden met de positieve ontwikkelingen in het leven van de verdachte, zoals het aanpakken van zijn alcohol- en schuldenproblematiek. Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 dagen, waarvan 29 dagen voorwaardelijk, een taakstraf van 50 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 4 maanden. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004183-19
datum uitspraak: 8 oktober 2020
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 1 november 2019 in de strafzaak onder parketnummer 96-191025-19 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1982,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
24 september 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:

1.hij op of omstreeks 9 augustus 2019 te Purmerend, als bestuurder van een motorrijtuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 380 microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;

2.hij op of omstreeks 9 augustus 2019 te Purmerend terwijl hij wist of redelijkerwijs moest weten dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een of meer categorieën van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie of categorieën was afgegeven, op de weg, de [weg], als bestuurder een motorrijtuig, (personenauto), van die categorie of categorieën heeft bestuurd.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:

1.hij op 9 augustus 2019 te Purmerend, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte in zijn adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 380 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn.

2.hij op 9 augustus 2019 te Purmerend terwijl hij wist dat een op zijn naam gesteld rijbewijs voor een categorie van motorrijtuigen, te weten categorie B, ongeldig was verklaard en aan hem daarna geen ander rijbewijs voor het besturen van een motorrijtuig van de betrokken categorie was afgegeven, op de weg, de [weg], als bestuurder een motorrijtuig (personenauto), van die categorie heeft bestuurd.

Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994.
Het onder 2 bewezen verklaarde levert op:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid van de verdachte
Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.
Oplegging van straffen en maatregel
De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg onder 1 en 2 bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 weken waarvan 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en, ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde, de verdachte de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen ontzegd voor de duur van 4 maanden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1 en 2 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot dezelfde straffen zoals deze door de politierechter in eerste aanleg zijn opgelegd.
Door de verdediging is – naar de kern genomen – verzocht om de verdachte geheel voorwaardelijke straffen op te leggen, omdat de verdachte zijn leven inmiddels op een aantal belangrijke punten gebeterd heeft.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft de verkeersveiligheid op een onacceptabele wijze in gevaar gebracht door te gaan rijden na het nuttigen van een grotere hoeveelheid alcohol dan wettelijk is toegestaan. Voorts heeft de verdachte dit gedaan in een periode waarin hij
wistdat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard, wat zijn gedrag des te kwalijker maakt. Door aldus te handelen heeft de verdachte er blijk van gegeven zich niets gelegen te laten aan een beslissing van het bevoegde gezag dat mede met het oog op de verkeersveiligheid is genomen.
Blijkens een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 9 september 2020 is de verdachte bovendien op 18 februari 2019 door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland ook al ter zake van soortgelijke verkeersmisdrijven onherroepelijk veroordeeld, hetgeen in hoge mate in zijn nadeel weegt. De destijds door die politierechter opgelegde taakstraf en rijontzegging hebben de verdachte er niet van weerhouden zich wederom schuldig te maken aan het met teveel drank op deelnemen aan het verkeer, terwijl hij bovendien op dat moment wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard.
Gelet op de ernst van de voorliggende feiten en op de recidive van de verdachte is het hof van oordeel dat in beginsel niet kan worden volstaan met een andere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, alsmede een ontzegging van de rijbevoegdheid van enkele maanden.
Op de terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat de verdachte recentelijk een positieve weg is ingeslagen. Zo heeft hij serieus werk gemaakt van zijn alcohol- en schuldenproblematiek en stelt hij het nodige in het werk om de ongeldigverklaring van het rijbewijs ongedaan te krijgen. Daarnaast heeft hij een vaste relatie, werk en vier kinderen, waarvan twee uit een vorige relatie die bij hun moeder wonen. In verband met dat één en ander zou het hem zeer welkom zijn weer over zijn rijbewijs te kunnen beschikken. Hierin ziet het hof redenen om verreweg het grootste deel van de gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op te leggen, opdat genoemde positieve lijn door de tenuitvoerlegging van die straf zo min mogelijk wordt doorkruist. Het voorwaardelijke deel van de gevangenisstraf dient ertoe te voorkomen dat de verdachte zich nogmaals aan een strafbaar feit schuldig maakt: als hij dat binnen de proeftijd doet, dan kan dit deel van de straf alsnog ten uitvoer worden gelegd. Ook acht het hof van belang dat de verdachte iets moet ‘voelen’ van de straf, zodat naast genoemde (bijna geheel voorwaardelijke) gevangenisstraf tevens een werkstraf aan hem zal worden opgelegd. Ook zal het hof de verdachte een rijontzegging van enkele maanden opleggen, gelet op de al genoemde ernst van de feiten en de recidive. De geschetste persoonlijke omstandigheden leggen onvoldoende gewicht in de schaal afgezet tegen het belang van de verkeersveiligheid, de ernst van de feiten en de recidive, zodat een onvoorwaardelijke rijontzegging van enkele maanden zal worden opgelegd ten aanzien van feit 1.
Het hof acht, alles afwegende, een goeddeels voorwaardelijke gevangenisstraf, een werkstraf en, ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde, een ontzegging van de rijbevoegdheid van na te melden duur passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 8, 9, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
29 (negenentwintig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
50 (vijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis.
Ontzegt de verdachte ter zake van het onder 1 bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.W.P. van Heusden, mr. C.N. Dalebout en mr. J.J.I. de Jong, in tegenwoordigheid van S. Abelsma, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 8 oktober 2020.
De voorzitter is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]