ECLI:NL:GHAMS:2020:3107
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.C.C. Lewin
- M.P. van Achterberg
- A.P. Wessels
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vordering tot betaling van rente en kredietlimietoverschrijding
In deze zaak, die voorligt bij het Gerechtshof Amsterdam, betreft het een hoger beroep van DEFAM B.V. tegen een eerdere uitspraak van de kantonrechter. Het hof heeft op 17 november 2020 arrest gewezen, waarbij het de eerdere beslissingen in het tussenarrest van 16 juni 2020 heeft bevestigd. DEFAM B.V., vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Robustella, heeft na het tussenarrest een akte genomen en nadere producties ingediend. Het hof heeft in het tussenarrest al overwogen dat er geen sprake is van een gerechtelijke erkentenis in de zin van artikel 154 Rv, ondanks de erkenning van de vordering door de gedaagde partij in het bestreden vonnis.
Het hof heeft DEFAM in de gelegenheid gesteld om nader toe te lichten dat de geïntimeerde op 28 december 2018 in verzuim verkeerde en om zich uit te laten over de door haar in rekening gebrachte contractuele rente. DEFAM heeft voldoende aangetoond dat de geïntimeerde in verzuim verkeerde, maar kon niet toelichten op welke grond zij rente vorderde over het bedrag dat de kredietlimiet van € 15.000 te boven ging. Het hof heeft geconcludeerd dat de rente over het bedrag boven de kredietlimiet niet toewijsbaar is, omdat DEFAM geen herberekening van haar vordering heeft ingediend waarin deze rente buiten beschouwing is gelaten.
De zaak is verwezen naar de rol voor het nemen van een akte door DEFAM tot het in 2.4 genoemde doel, en verdere beslissingen zijn aangehouden. Het arrest is openbaar uitgesproken door de rechters op 17 november 2020.