ECLI:NL:GHAMS:2020:3086
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake omgangsregeling en alimentatie na echtscheiding
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een hoger beroep van een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, inzake de omgangsregeling en alimentatie na de echtscheiding van partijen. De man en de vrouw, die in 2014 zijn gehuwd en twee minderjarige kinderen hebben, zijn in hoger beroep gekomen van de beschikking van 23 oktober 2019, waarbij de echtscheiding is uitgesproken en de alimentatie is vastgesteld. De man verzoekt om een lagere kinderbijdrage en een zorgregeling, terwijl de vrouw verzoekt om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 oktober 2020 hebben partijen en de Raad voor de Kinderbescherming hun standpunten toegelicht. Het hof heeft besloten om een gezag- en omgangsonderzoek te laten uitvoeren door de raad, om te bepalen welke zorgregeling het beste aansluit bij de belangen van de kinderen. In afwachting van dit onderzoek heeft het hof een tijdelijke zorgregeling vastgesteld, waarbij de man één keer per week contact heeft met de kinderen bij de vrouw thuis.
Wat betreft de alimentatie heeft het hof de verzoeken van partijen in overweging genomen en besloten dat de man € 100,- per kind per maand zal betalen aan de vrouw, met ingang van 1 december 2020. De jaarlijkse indexatie van deze bijdrage zal voor het eerst plaatsvinden op 1 januari 2022. De man heeft ook verzocht om de partnerbijdrage te vernietigen, wat door de vrouw is ingetrokken. Het hof heeft de bestreden beschikking vernietigd voor wat betreft de partnerbijdrage en de kinderbijdrage opnieuw vastgesteld. De verdeling van de tussen partijen bestaande gemeenschap is ook in onderling overleg geregeld, waarbij partijen ieder hun inboedelgoederen en privérekeningen behouden. De beschikking is op 17 november 2020 uitgesproken.