ECLI:NL:GHAMS:2020:3005

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 oktober 2020
Publicatiedatum
10 november 2020
Zaaknummer
23-003900-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis inzake medeplegen poging zware mishandeling met aanvullende strafmotivering

Op 19 oktober 2020 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 18 oktober 2018 was gewezen. De zaak betreft de verdachte die wordt beschuldigd van medeplegen van poging tot zware mishandeling. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, maar heeft daarbij de in hoger beroep gevoerde bewijsverweren besproken en de strafmotivering aangevuld. De raadsman van de verdachte voerde aan dat zijn cliënt slechts een sussende rol had gespeeld tijdens de geweldsuitoefening en dat er geen sprake was van medeplegen. Dit verweer werd echter weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen, waaronder camerabeelden en getuigenverklaringen. Daarnaast werd het verweer dat niet duidelijk was aan wie de knuppel toebehoorde, weerlegd door het feit dat enkel het DNA van de medeverdachte op de knuppel was aangetroffen. Het hof overwoog dat de geringe termijnoverschrijding geen consequenties zou hebben voor de beslissing over de op te leggen straf. Uiteindelijk bevestigde het hof het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van de overwegingen die in de uitspraak zijn gedaan.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 15-115019-18
parketnummer hoger beroep : 23-003900-18
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van
19 oktober 2020gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 18 oktober 2018 in de zaak tegen de verdachte:
naam:
[verdachte]
voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1974 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

VONNIS WAARVAN BEROEP

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof in hoger beroep gevoerde bewijsverweren bespreekt en de strafmotivering aanvult:
  • Het verweer van de raadsman dat de verdachte enkel een sussende rol heeft gehad tijdens de geweldsuitoefening en dat geen sprake is geweest van medeplegen, vindt zijn weerlegging in de gebezigde bewijsmiddelen, in het bijzonder in het proces-verbaal betreffende de camerabeelden en de verklaring van de getuige [getuige].
  • Het verweer van de raadsman dat niet duidelijk is aan wie de knuppel toebehoort c.q. of de knuppel wel aan de medeverdachte toebehoort, vindt zijn weerlegging in de gebezigde bewijsmiddelen, nu enkel het DNA van de medeverdachte op de knuppel is aangetroffen.
  • Bij de beslissing over de straf die aan de verdachte moet worden opgelegd, overweegt het hof dat aan de geringe termijnoverschrijding geen consequenties worden verbonden.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Gewezen door mr. M. Senden, in bijzijn van M. de Waard, griffier.
mr. M. Senden