ECLI:NL:GHAMS:2020:2950

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 november 2020
Publicatiedatum
4 november 2020
Zaaknummer
200.238.589/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale koopovereenkomst en ontbinding wegens wezenlijke tekortkoming in nakoming met schadevergoeding

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, gaat het om een internationale koopovereenkomst tussen Rotolito Lombarda SPA en TCC Global NV, TCC Global AG en TCC Deutschland GmbH. De zaak betreft een hoger beroep na een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Rotolito heeft de overeenkomst ontbonden wegens een wezenlijke tekortkoming in de nakoming van haar verplichtingen. TCC c.s. heeft in hoger beroep de schadevergoeding gevorderd die zij heeft geleden als gevolg van deze tekortkoming. Het hof heeft in het tussenarrest van 18 februari 2020 (ECLI:NL:GHAMS:2020:503) reeds geoordeeld dat Rotolito wezenlijk tekortgeschoten is in de nakoming van haar verplichtingen. In het huidige arrest heeft het hof de grieven van TCC c.s. in het principaal hoger beroep verworpen, maar de grieven in het incidenteel hoger beroep gegrond verklaard. Het hof heeft geoordeeld dat Rotolito aansprakelijk is voor de kosten die TCC c.s. heeft gemaakt voor extra inspecties en logistiek, en heeft de vordering tot schadevergoeding toegewezen tot een bedrag van € 147.177,82, te vermeerderen met wettelijke rente. Het hof heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd voor zover deze vordering was afgewezen, en de kosten van het geding in principaal en incidenteel appel aan Rotolito opgelegd.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.238.589/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/622278 / HA ZA 17-72
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 3 november 2020
Rotolito Lombarda SPA,
gevestigd te Milaan (Italië),
appellante,
tevens incidenteel geïntimeerde,
advocaat: mr. P.J. de Jong Schouwenburg te Amsterdam,
tegen

1.TCC Global NV,

gevestigd te Amsterdam,
2.
The Continuity Company AG,
gevestigd te Zug (Zwitserland),
3.
The Continuity Company Deutschland GmbH,
gevestigd te Düsseldorf (Duitsland),
geïntimeerden,
tevens incidenteel appellanten,
advocaat: mr. M. Wolters te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna wederom Rotolito en TCC, TCC AG en TCC Deutschland (gezamenlijk en in enkelvoud: TCC c.s.) genoemd.
Het hof verwijst naar het tussenarrest van 18 februari 2020 (ECLI:NL:GHAMS:2020:503) voor het procesverloop tot dat moment. Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- akte houdende uitlating naar aanleiding van het tussenarrest van 18 februari 2020;
- antwoordakte naar aanleiding van het tussenarrest van 18 februari 2020;
- akte houdende uitlating producties.
Vervolgens is wederom arrest gevraagd.
2.
Verdere beoordeling

In principaal hoger beroep

2.1.
In het tussenarrest, dat op p. 2 overigens abusievelijk vermeldt dat de zaak op 21 mei 201
8in plaats van op 21 mei 201
9is bepleit, heeft het hof in het principaal appel de grieven I tot en met IX verworpen. Daarmee staat vast dat Rotolito wezenlijk is tekortgeschoten in de tijdige nakoming van haar verplichtingen, zodat TCC c.s. bevoegd was de overeenkomst met onmiddellijke ingang te ontbinden.
Grief X, die ziet op de hoogte van de schade, is in het tussenarrest gedeeltelijk verworpen. Het hof heeft naar aanleiding van grief X voorts overwogen:
‘3.7.2. De grief voert verder aan dat de uiteindelijk gehanteerde vellendruk methode aanzienlijk duurder is dan de
heat set web printingmethode. De vellendruk is nooit overeengekomen, terwijl duidelijk is dat door partijen gekozen was voor de
heat set web printingmethode. Dat TCC c.s. later kiest voor een significant duurdere methode bij andere drukkerijen, kan niet aan Rotolito ten titel van schadevergoeding in rekening worden gebracht, nu Rotolito zich daartoe nooit heeft gecommitteerd, zo wordt met de grief betoogd.
3.7.3.
Uit het voorgaande volgt dat TCC c.s. recht heeft op vergoeding van de schade die zij heeft geleden als gevolg van de tekortkoming door Rotolito. Het hof acht evenwel zonder nadere toelichting Rotolito niet aansprakelijk voor de kosten als gevolg van de keuze van TCC c.s. voor de duurdere vellendruk methode. Niet valt immers uit te sluiten dat het voor TCC c.s. in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs mogelijk was om toch albums van voldoende kwaliteit – elders dan bij Rotolito – volgens de
heat set web printingmethode alsnog tijdig te laten drukken, en dat een keuze voor de vellendruk methode dus niet noodzakelijk was om te voldoen aan haar verplichtingen jegens Lidl. Het hof zal TCC c.s. daarom in de gelegenheid stellen om bij akte nader te onderbouwen (zo mogelijk onder overlegging van aanvullende producties) dat er redelijkerwijs geen andere mogelijkheid bestond om aan haar verplichtingen jegens Lidl te kunnen voldoen dan de albums te laten drukken volgens de vellendruk methode. Bij akte kan zij zich tevens uitlaten of zij alternatieve opties heeft onderzocht en, als dat het geval was, waarom die niet in aanmerking zijn genomen. Rotolito zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld om bij antwoordakte te reageren.
3.8.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.’
2.2.
TCC c.s. heeft haar stellingen naar aanleiding van het tussenarrest als volgt toegelicht. Op basis van verklaringen van Rotolito heeft TCC c.s. redelijkerwijs mogen aannemen dat de golvingen eigen zijn aan de
heat set web printingmethode (hierna: de WEB methode) en dat de golvingen zich altijd zouden voordoen bij gebruik van deze methode. TCC c.s. mocht daarom redelijkerwijze ervan uitgaan dat zij een andere drukmethode diende te kiezen
.De opstelling van Rotolito en haar ontkenning van gemaakte afspraken leidde begin juni 2016 voor TCC c.s. tot een vertrouwensbreuk. TCC c.s. werd hierdoor tegenover Lidl voor het blok gezet. Zij heeft onder grote tijdsdruk besloten andere drukkers in te schakelen. Niet alleen diende zij te voldoen aan haar verplichtingen jegens Lidl, zij dreigde ook een belangrijke klant te verliezen en te moeten betalen voor reeds geproduceerde stickers, terwijl Fox Studios (licentiegever) een vordering op haar hebben uit hoofde van verlies aan royalties. Lidl zou bovendien een procedure aanhangig hebben gemaakt. Tegen die achtergrond heeft TCC c.s. vier Italiaanse, drie Duitse drukkers en zes drukkers in o.a. het Verenigd Koninkrijk, Tsjechië en Frankrijk aangeschreven.
Als gevolg van de tijdsdruk moest TCC uiteindelijk vier drukkers inschakelen om het werk op tijd gedaan te krijgen. Doordat de opdracht moest worden gesplitst, gingen schaalvoordelen verloren waardoor de kosten verder stegen. Daarbij komt dat de aangezochte drukkers in een sterke onderhandelingspositie verkeerden als gevolg van de tijdsdruk.
In de gegeven omstandigheden heeft TCC c.s. redelijkerwijs mogen kiezen voor de vellendrukmethode. De daarmee gemoeide kosten zijn redelijk en kunnen aan Rotolito worden toegerekend, aldus TCC c.s.
2.3.
Rotolito heeft in reactie hierop samengevat het volgende betoogd. De vellendruk methode is gemiddeld 37% duurder dan de beoogde de WEB methode. Rotolito is niet verantwoordelijk voor de extra kosten van een duurdere drukmethode. De schade zou slechts kunnen bestaan uit de kosten om de orders opnieuw te printen, maar niet uit het verschil tussen de met Rotolito overeengekomen prijs en de aan andere drukkerijen betaalde prijs. TCC c.s. heeft niet gesteld of aangetoond welke prijs de aangeschreven drukkers in rekening hadden gebracht voor het opnieuw uitvoeren met behulp van de WEB methode.
TCC c.s. had in de contacten met de aangezochte drukkers alle professionele ondersteuning voorhanden om de golvingen bij de WEB methode nog eens te beoordelen. Daarom is niet geloofwaardig dat TCC zich louter heeft gebaseerd op de verklaring van Rotolito dat de golvingen een natuurlijk effect van de WEB methode was. De kosten voor de wijziging van de drukmethode kunnen daarom niet bij Rotolito in rekening worden gebracht.
De vellendruk methode is bovendien veel langzamer dan de WEB methode, zo stelt Rotolito onder overlegging van een verklaring van een deskundige. TCC c.s. heeft niet bewezen dat het daadwerkelijk nodig was om het drukwerk over vier verschillende drukkers te verdelen. Ook heeft zij de kosten die gepaard gingen met de urgentie verminderd met de verhoging als gevolg van de keuze voor de andere drukmethode niet bewezen.
Het was bovendien voor TCC c.s. mogelijk om in het beperkte tijdsbestek alle albums bij één drukker te laten drukken, namelijk Ciesse Printer. De capaciteit bij Ciesse Printer lag bij ten minste 39.174 albums per dag. Indien de herdrukken allemaal door Ciesse Printer waren gemaakt, had zij alle albums kunnen produceren op 26 juli 2016, terwijl de laatste levering aan TCC c.s. op 31 juli 2016 plaatsvond. Gelet op de productieprijs van Ciesse Printer van € 0,799/album, zouden de totale herdrukkosten € 133.027,72 lager zijn geweest dan de werkelijke kosten met de vier drukkers. Daarbij wordt nog geen rekening gehouden met het feit dat de productieprijs lager was geweest als Ciesse Printer de opdracht had gekregen om alle albums opnieuw af te drukken. Als in plaats daarvan de op 21 mei 2016 geoffreerde prijs was berekend, zou zelfs € 394.815,74 aan herdrukkosten zijn bespaard, aldus Rotolito.
2.4.
Het hof overweegt als volgt.
2.4.1.
Rotolito heeft in het voorjaar van 2016 meermalen meegedeeld dat golvingen eigen zijn aan de WEB methode (zie rov. 2.7 en 2.10 van het tussenarrest, alsmede de vindplaatsen vermeld in de akte van TCC c.s. onder 10 – 12). Ook in deze procedure heeft zij dat nog betoogd (zie rov. 2.16 en 3.5.3, 3.6.3-3.6.5 van het tussenarrest). Gelet op deze verklaringen kon niet van TCC c.s. worden gevergd dat zij nog eens zou onderzoeken of de golvende bladen eigen zijn aan de WEB methode, dan wel aan de wijze waarop specifiek Rotolito haar drukproces volgens die methode had ingericht. Daarbij moet worden bedacht dat Rotolito, anders dan TCC c.s., ter zake kundig is en dat TCC c.s. – naar Rotolito bekend was – onder hoge tijdsdruk stond. In de gegeven omstandigheden (zie ook het tussenarrest onder 3.6.2) was de keuze voor de vellendruk methode voor Rotolito redelijkerwijs voorzienbaar als mogelijk gevolg van haar tekortkoming. Het hof neemt bij dit oordeel in aanmerking dat Rotolito niet heeft gesteld dat er in de gegeven omstandigheden een goedkoper en doenlijk alternatief voor de WEB methode voorhanden was dan de vellendruk methode.
2.4.2.
TCC c.s. heeft onder hoge tijdsdruk dertien drukkers aangeschreven om ruim 1,6 miljoen, 50.000 en 33.000 albums in de Duitse, Roemeense, respectievelijk Deense taal te laten drukken. Het gaat hier om grote aantallen die in een kort tijdsbestek moesten worden gedrukt. TCC c.s. heeft in dit verband aannemelijk gemaakt dat niet zozeer beslissend was of de aangezochte drukkers de albums konden drukken, als wel of zij daartoe op de korte termijn voldoende capaciteit hadden. Van algemene bekendheid is dat de marginale drukkosten afnemen naarmate de aantallen toenemen. Tegen deze achtergrond acht het hof voldoende aannemelijk dat, zoals TCC c.s. onder overlegging van een schriftelijke verklaring van twee medewerkers heeft aangevoerd, de keuze om de opdracht onder vier drukkers te verdelen (met mogelijk navenant hogere marginale kosten) is gemaakt in het licht van de op korte termijn beschikbare capaciteit van de desbetreffende drukkers. Daarbij moet bovendien worden bedacht dat TCC c.s. een keuze moest maken op een moment dat nog niet zeker was of zij de meerkosten op Rotolito kon verhalen.
Tegen deze achtergrond verwerpt het hof ook het verweer dat Ciesse Printer de hele opdracht tijdig had kunnen uitvoeren. De offerte van Ciesse Printer vermeldt hierover niets. Daarom wordt ook verworpen het betoog van Rotolito dat TCC c.s. de gehele opdracht door Ciesse Printer had kunnen laten uitvoeren tegen een tarief van € 0,655 per album. De omstandigheid dat Ciesse tussen 17 en 26 juni 2016 gemiddeld 39.174 albums per dag heeft gedrukt, impliceert niet dat Ciesse Printer alle dagen zo veel albums kon drukken. Daarmee verwerpt het hof ook het verweer dat Ciesse Printer de hele opdracht voor een stuksprijs van € 0,799 had kunnen printen.
2.4.3.
Het hof acht gelet op het voorgaande aannemelijk dat TCC c.s. in het licht van haar verplichtingen jegens Lidl wel ervoor moest kiezen om de opdracht bij vier drukkerijen uit te zetten zoals zij uiteindelijk heeft gedaan. Mede gelet op de schadebeperkingsplicht van TCC c.s. is het hof van oordeel dat Rotolito de hiermee gemoeide kosten bij het sluiten van de overeenkomst had behoren te voorzien als mogelijk gevolg van haar tekortkoming. Uit het voorgaande volgt dat grief X niet kan slagen.
In het principaal en incidenteel hoger beroep
2.5.
De bewijsaanbiedingen hebben geen betrekking op feiten en omstandigheden die, indien bewezen, tot een andere beslissing in deze zaak kunnen leiden en worden daarom als niet ter zake dienend gepasseerd.
2.6.
De grieven in het principaal beroep falen; de grieven in het incidenteel hoger beroep slagen. Dit brengt mee dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd voor zover de vordering tot vergoeding van kosten van extra inspecties en logistiek zijn afgewezen. Die vordering zal worden toegewezen tot een bedrag van € 147.177,82, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding in eerste aanleg tot aan de dag van voldoening. Het vonnis zal voor het overige worden bekrachtigd. Rotolito zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in principaal en incidenteel appel.

3.Beslissing

Het hof, rechtdoende in principaal en incidenteel appel:
3.1.
vernietigt het vonnis waarvan beroep, voor zover daarbij de vordering van TCC c.s. tot vergoeding van kosten van extra inspecties en logistiek zijn afgewezen, en in zoverre opnieuw rechtdoende:
3.1.1.
veroordeelt Rotolito tot betaling aan TCC c.s. van een bedrag van € 147.177,82, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van uitbrengen van de dagvaarding in eerste aanleg tot aan de dag van voldoening;
3.2.
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep voor het overige;
3.3.
veroordeelt Rotolito in de kosten van het geding in principaal en incidenteel hoger beroep, tot op heden aan de zijde van TCC c.s. begroot op € 726 aan verschotten en € 4.833 voor salaris en op € 157 voor nasalaris, te vermeerderen met € 82 voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt;
3.4.
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
3.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.C. Faber, D.J. Oranje en J.M. de Jongh en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 3 november 2020.