Uitspraak
1.[klager 1] ,
[klager 2],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Standpunt van klager
4.Beoordeling
Kamerstukken II2011/12, 33054, nr. 3, p. 34). Daarbij past ook dat de bewindvoerder namens de rechthebbende tuchtklachten tegen een notaris kan indienen. Voldoende is daarvoor dat de rechthebbende enig redelijk belang daarbij heeft in de zin van artikel 99 lid 1 van de Wet op het notarisambt. Het is dus niet nodig dat de klacht is te herleiden tot de goederen die onder bewind zijn gesteld. In deze zaak is dat – anders dan de kamer heeft geoordeeld – overigens wel degelijk het geval geweest. Op 19 oktober 2018 maakte het perceel inderdaad geen deel uit van de goederen van [X] en [Y] , maar tot aan de onderbewindstelling trachtten [X] en [Y] wel het perceel weer in eigendom te verkrijgen. Tot hun vermogen hoorde bij de instelling van het bewind in elk geval het (gepretendeerde) recht de koopovereenkomst te vernietigen en daarmee samenhangende (gepretendeerde) rechten.