Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.de vennootschap naar Duits rechtARCONA CAPITAL GmbH,
ARCONA CAPITAL NEDERLAND N.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3 TOTAL CONSIDERATION
(i) EUR 1,300,000(…)
in cash, in two (2) separate amounts of EUR 650,000(…)
each, due to Seller 1 and Seller 2, respectively(…)
; and
; and
(i.e. 37.5% for each of Seller 1 and Seller 2) of any cash payment received any Group Company pursuant to a disposal, other transfer or liquidation of a Balance Sheet Asset against payment of a cash consideration (in case of shares sold and transferred or in case of receivables assigned), or payment in respect of a Balance Sheet Asset to the Group (in case of payment in respect of a receivable) (anAsset Realisation);
; and
4.3 Adjustments
the current assets(kortlopende activa) (…)
minus the current liabilities(kortlopende passiva)
of all the Group Companies(…)”
6.3 CONVERSION OF MERE SHARES
to the Company.
convert such part of the nominal amount of the Receivable (up to a maximum of 66% of the nominal amount of the Receivable, as equals an amount equal to 10% of the issued share capital of MERE, based on the net asset value of the shares in the capital of MERE on the date of Completion, into shares in the capital of MERE (the Conversion Shares). Therefore the amount which will be converted will be ca. EUR 2,230,253.(…)
shall(…)
be distributed by MEI-FB to the Company, which in its turn shall convert it into shares in the capital of MERE on, or as soon as reasonably possible after 3 January 2013, based on the net asset value of the shares in the capital of MERE on the date of such conversion, upon which those shares shall be distributed by the Company to the Purchaser by way of interim dividend and shall subsequently be transferred by the Purchaser to the Sellers (50% each) as part of the Final Total Consideration.
7.5.1 An Asset Realisation shall be at fair value only. The Company shall inform Seller 1 and Seller 2 by the end of every quarter (for the first time by the end of Q1 2012) of the expected dates and values of Asset Realisations. In case of an Asset Realisation, the Company shall provide Seller 1 and Seller 2 with adequate proof of the agreed revenues. The Purchaser shall act, and shall use its reasonable efforts to cause the relevant Group Companies to act in good faith, with the care that an ordinary prudent person, in a similar position, would exercise under similar circumstances, in connection with any Asset Realisation and take, to the extent reasonably possible, into account the reasonable interests of the Sellers for the period of six (6) years following Completion. To the extent legally and practically possible, the Purchaser shall use its reasonable efforts to cause the relevant Group Companies to distribute the Balance Sheet Assets to the Purchaser, whereafter the Purchaser will provide security on behalf of the Sellers on the Balance Sheet Assets for payments under Clause 3.2(ii)(b). On the date which is the sixth anniversary of the Completion Date, the Purchaser shall procure that the Balance Sheet Assets in respect of which no Asset Realisation shall have been realised at that point in time, will be transferred to Seller 1 and Seller 2 (in equal parts), at no consideration.”
3.Beoordeling
Receivable: tegen marktwaarde/beurskoers (de in artikel 6.3 SPA genoemde
market value) dan wel tegen intrinsieke waarde (de in artikel 6.3 SPA genoemde
net asset value). RCM is van mening dat de marktwaarde moet worden gehanteerd, en stelt zich op het standpunt dat de conceptakten waarmee Arcona GmbH aandelen (in twee gedeelten) beoogde te leveren, waarin werd uitgegaan van de intrinsieke waarde, niet acceptabel waren en dat RCM aan die levering dus niet hoefde mee te werken. Aangezien het aldus aan Arcona GmbH is toe te rekenen dat de bedoelde aandelen niet op de door partijen beoogde tijdstippen aan RCM zijn geleverd, is Arcona GmbH tevens gehouden het bedrag van het na die tijdstippen door haar op die aandelen ontvangen dividend aan RCM te betalen (vordering (ii)).
the full amount of the Receivable”) te ontvangen in overeenstemming met artikel 6.3 SPA;
the remainder of the nominal amount of the Receivable”) door Fondsenbeheer BV (ten titel van dividend) wordt overgedragen aan Palmer NV, waarna Palmer NV dit gedeelte van de Receivable zal (doen) converteren in nieuw uit te geven aandelen PCEEPF en Palmer NV deze aandelen PCEEPF vervolgens (ten titel van dividend) overdraagt aan haar moedervennootschap Palmer GmbH, die deze vervolgens overdraagt aan verkopers (50% voor ieder van hen). Partijen duiden de aldus te leveren aandelen PCEEPF ook aan als de ‘tweede tranche’.
in accordance with this Clause 6.3”).
based on the net asset value of the shares”) en dat die aandelen (“
those shares”) als dividend aan Palmer GmbH worden verschaft en vervolgens door deze overgedragen (“
and shall subsequently be transferred”) aan verkopers.
,de
Completion Date, aan verkopers toekomt. Haar stellingen in dit verband komen er – samengevat – op neer dat, nu de conversie van de Receivable in aandelen PCEEPF alleen tegen intrinsieke waarde mocht plaatsvinden maar verkopers daarmee niet het volle bedrag van de Receivable zouden ontvangen aangezien zij die aandelen slechts tegen marktwaarde zouden kunnen omzetten in geld, partijen daarom de regeling van artikel 6.3 SPA zijn overeengekomen, zodat aldus het (resterende) deel van de Receivable dat niet bij verkopers terecht zou komen, via het positieve Working Capital op grond van artikel 4.3.1 onder (a) van de SPA bij verkopers terecht zou komen.
the Working Capital as at the Completion Date”), terwijl al hetgeen partijen waren overeengekomen met betrekking tot de tweede tranche aandelen PCEEPF (zowel de conversie en uitgifte van die aandelen als de interne overdracht daarvan als de levering daarvan aan RCM) blijkens artikel 6.3.5 SPA niet eerder uitgevoerd zou worden dan op 3 januari 2013 (“
on, or as soon as reasonably possible after 3 January 2013”) – en ook in feite niet vóór die datum is uitgevoerd. Gelet daarop valt zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet in te zien hoe de conversie en levering van de aandelen voor de tweede tranche kunnen hebben geleid tot een (hogere) aanspraak van RCM op het Working Capital dat ten behoeve van de verrekening tussen partijen was gefixeerd op de stand per 27 februari 2012.
interim dividend in the amount of the market value”) worden uitgekeerd aan Arcona GmbH, die deze vervolgens overdraagt aan verkopers. Het verschil tussen intrinsieke en marktwaarde behoort tot het Working Capital dat aan verkopers toekomt, aldus RCM.
market value” niet voorkomen. Maar ook afgezien daarvan kan deze uitleg van artikel 6.3.4 SPA niet worden gevolgd. De daarin opgenomen regeling ziet uitsluitend op het bedrag waartegen de door MEI NV uitgegeven aandelen PCEEPF aan Palmer GmbH (dus binnen de groep) worden geleverd, maar laat onverlet dat in relatie tot de Receivable uitgegaan moet worden van de intrinsieke waarde. Uit het betoog van RCM volgt dat het tijdstip van levering van de aandelen PCEEPF (vóór of na 27 februari 2012) dan bepalend zou zijn of RCM al dan niet aanspraak zou kunnen maken op het verschil tussen de intrinsieke en marktwaarde. RCM geeft voor dat verschil in uitkomst echter geen enkele verklaring, hetgeen wel op haar weg had gelegen.
a disposal, other transfer or liquidation”) van een Balance Sheet Asset, in dat artikel gezamenlijk aangeduid als een Asset Realisation. Uit de slotpassage van artikel 7.5.1 blijkt dat Palmer GmbH na afloop van de genoemde termijn van zes jaar gehouden was te zorgen dat de Balance Sheet Assets ten aanzien waarvan op dat moment geen Asset Realisation had plaatsgehad, aan verkopers (voor gelijke delen) om niet werden overgedragen. Hieruit leidt het hof af dat de aanspraak van verkopers gold ten aanzien van alle door partijen geïdentificeerde Balance Sheet Assets: hetzij in de vorm van een vergoeding (van 37,5% per verkoper) over de opbrengst van een vervreemding hetzij, wanneer binnen zes jaar geen vervreemding had plaatsgehad, in de vorm van overdracht (voor gelijke delen per verkoper) van de Balance Sheet Asset zelf. Dat daarnaast ook nog sprake zou kunnen zijn van een vervreemding van enige door partijen geïdentificeerde Balance Sheet Asset die
geenaanleiding zou zijn tot een aanspraak voor verkopers, blijkt niet uit artikel 7.5.1.
MEI Properties a.s. participation” slechts is gedoeld op een klein (resterend) gedeelte van het aandelenbezit van Palmer NV in MEI Properties, namelijk 0,44% van het aandelenkapitaal, dat in februari 2018 nog aan derden is verkocht. Het hof volgt Arcona c.s. hierin niet. Gelet op de bewoordingen van de genoemde vermelding in Annex 7.5.1 is er geen reden om ervan uit te gaan dat die vermelding niet zag op het gehele aandelenbezit in MEI Properties dat zich op de datum van het sluiten van de SPA in het vermogen van Palmer NV bevond.
cash payment”) heeft ontvangen die als een koopprijs kan worden beschouwd (“
disposal, other transfer or liquidation of a Balance Sheet Asset against payment of a cash consideration”). Arcona c.s. stellen daartoe dat de met de Slovak Wood-investeerders in 2009 gesloten schikking inhield dat de MEI Properties-deelneming aan deze investeerders werd overgedragen ter voldoening van een volgens Arcona c.s. jegens hen bestaande verplichting tot schadevergoeding, waarbij de overgedragen aandelen een waarde vertegenwoordigden van 10 miljoen Tsjechische kronen (hetgeen volgens Arcona c.s. gelijk staat aan € 377.786) en de investeerders daarnaast nog een betaling van € 20.000 ontvingen. In verband met de claim van de Slovak Wood-investeerders was in de (concept-)jaarrekening van de MEI Groep een schuld opgenomen van € 377.786.
cash’), doet er niet aan af dat Palmer NV de aandelen heeft overgedragen ter voldoening van een schuld aan de Slovak Wood-investeerders van € 377.786. De aldus gevolgde werkwijze verschilt per saldo niet van de werkwijze dat de MEI Properties-deelneming eerst aan de Slovak Wood-investeerders zou zijn verkocht tegen betaling in ‘cash’ van € 377.786 waarna dat bedrag vervolgens door Palmer NV aan hen zou zijn terugbetaald als voldoening of afkoop van een schadevordering van datzelfde bedrag. Gelet op het voorgaande moet de overdracht van de MEI Properties-deelneming worden aangemerkt als een Asset Realisation voor een waarde van € 377.786, waarop RCM haar aanspraak op 37,5% van die waarde geldend kan maken.