ECLI:NL:GHAMS:2020:2531
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen gerechtsdeurwaarders wegens onzorgvuldige communicatie en onduidelijk exploot
In deze zaak heeft klager op 17 april 2020 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam van 20 maart 2020. Klager verwijt de gerechtsdeurwaarders dat zij onzorgvuldig hebben gecommuniceerd door niet tijdig te reageren op zijn verzoeken en dat er onterecht loonbeslag is gelegd, terwijl er een betalingsregeling was aangeboden. Daarnaast stelt klager dat het exploot onduidelijk was door slecht leesbare handgeschreven aantekeningen.
Het hof heeft de klachten van klager deels gegrond verklaard. Het hof oordeelt dat van een gerechtsdeurwaarder mag worden verwacht dat hij binnen een termijn van in beginsel veertien dagen reageert op normale verzoeken van de klager. De gerechtsdeurwaarders hebben erkend niet tijdig te hebben gereageerd op klagers e-mailberichten. Het hof bevestigt dat het loonbeslag onterecht is gelegd, omdat klager bereid was om in termijnen te betalen.
De klacht met betrekking tot het onduidelijke exploot is eveneens gegrond verklaard. Het hof benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor de communicatie en de leesbaarheid van documenten bij de gerechtsdeurwaarders ligt. De beslissing van de kamer is op enkele punten vernietigd, en de gerechtsdeurwaarders zijn berispt en in de kosten veroordeeld. Het hof legt aan gerechtsdeurwaarders 2 en 3 een waarschuwing op, terwijl gerechtsdeurwaarder 1 verantwoordelijk wordt gehouden voor de onduidelijkheid van het exploot.