In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in Letland en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor diefstal en is thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zaanstad. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting op 11 september 2020 en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging.
De verdachte was in hoger beroep gegaan tegen een vonnis van 19 augustus 2019, waarin hij was veroordeeld voor diefstal van parfumerie-artikelen en een kledingstuk. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 31 december 2018 en 25 oktober 2018 in Amsterdam deze diefstallen heeft gepleegd. De tenlasteleggingen zijn in de uitspraak bevestigd, met de opmerking dat eventuele taal- en schrijffouten in de tenlastelegging niet ten nadele van de verdachte zijn.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte strafbaar is voor de bewezen verklaarde feiten, maar heeft besloten geen straf of maatregel op te leggen, mede gezien de reeds opgelegde ISD-maatregel. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam en is openbaar uitgesproken op 25 september 2020.