Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 28 maart 2017 in de gemeente Medemblik en/of de gemeente Hoorn, in ieder geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad
hij (op een of meerdere tijdstip(pen)) in of omstreeks de periode van 28 maart 2015 tot en met 28 maart 2017 in de gemeente Hoorn en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (telkens) heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd,
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
hij op of omstreeks 28 maart 2017 in de gemeente Hoorn opzettelijk aanwezig heeft gehad
hij op tijdstippen in de periode van 23 januari 2016 tot en met 28 maart 2017 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk telkens heeft verkocht cocaïne en heroïne.
Bewijsmotivering
- [getuige 1] heeft bij de politie op 30 maart 2017 (pag. 355-361) verklaard dat hij ongeveer een half jaar –dus vanaf september 2016 – cocaïne koopt van ‘de bolle’ ([medeverdachte 1]). [getuige 1] herkent de verdachte aan de hand van een bij dit proces-verbaal van verhoor gevoegde foto als iemand bij wie hij ook wel eens cocaïne heeft gekocht in dezelfde periode als waarin hij van ‘de bolle’ kocht. Volgens [getuige 1] horen de verdachte en ‘de bolle’ bij elkaar.
- [getuige 3] heeft bij de politie op 3 april 2017 (pag. 382-389) verklaard dat hij ongeveer 1,5 à 2 jaar heroïne – dus vanaf 2015/ medio 2016 – koopt bij de personen die hij van foto 1 en foto 2 herkent. Op deze twee bij dit proces-verbaal van verhoor gevoegde foto’s die aan de getuige zijn getoond, zijn de verdachte en [medeverdachte 1] afgebeeld. Deze getuige heeft verklaard dat over het algemeen de man op foto 1 (de verdachte) langs kwam.
- [getuige 4] heeft bij de politie op 30 maart 2017 (pag. 395-401) verklaard dat zij al drie jaren cocaïne koopt bij [naam 3] en [naam 4]. Zij heeft verklaard dat [naam 1] eerst vaak samen kwam met een bolle, maar dat zij problemen kreeg met die bolle en dat daarom sinds een week of drie à vier [naam 4] kwam. Zij heeft de verdachte herkend als [naam 1] op een haar getoonde bij dit proces-verbaal van verhoor gevoegde foto. Ook heeft zij de handlanger van [naam 1], ‘de bolle’ ([medeverdachte 1]) herkend van een bij dit verhoor gevoegde foto. In haar tegenover de rechter-commissaris afgelegde verklaring van 2 november 2017 heeft [getuige 4] verklaard dat de periode dat zij drugs kocht bij [naam 1] ongeveer een jaar tot anderhalf jaar geleden was.
- [getuige 5] heeft in zijn verklaring van 8 april 2017 (pag. 434-441) verklaard dat hij misschien een jaar cocaïne en heroïne heeft gekocht bij [naam 1] – dus vanaf april 2016 – en heeft de verdachte als deze [naam 1] op een hem getoonde bij dit proces-verbaal van dit verhoor gevoegde foto herkend. Hij heeft [medeverdachte 1] herkend als iemand die er wel eens bij heeft gezeten.
- [getuige 6] heeft bij de politie op 28 maart 2017 (pag. 348-352) verklaard dat zij sinds september 2016 heroïne koopt bij [naam 5]. Op een haar getoonde bij dit proces-verbaal van verhoor gevoegde foto herkent zij [medeverdachte 1] als [naam 5]. Ook had zij met een andere drugsdealer genaamd [naam 1] contact. Op een haar getoonde foto herkent zij de verdachte als [naam 1]. Zij heeft verklaard dat [naam 1] en [naam 5] samenwerken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
In beslag genomen voorwerpen
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen.
229 (tweehonderdnegenentwintig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
120 (honderdtwintig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: