ECLI:NL:GHAMS:2020:2393
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging arbeidsovereenkomst na langdurige ziekte en achterdocht werknemer
In deze zaak gaat het om de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen een werknemer, aangeduid als [appellant], en zijn werkgever, PostNL TGN B.V. De werknemer was sinds 16 juni 2014 in dienst als chauffeur en werd op 23 juli 2018 ziek gemeld. Hij weigerde echter mee te werken aan een beoordeling van zijn arbeids(on)geschiktheid door de bedrijfsarts en het UWV, wat leidde tot een onoplosbare patstelling. De kantonrechter had eerder het ontbindingsverzoek van de werkgever afgewezen vanwege het opzegverbod tijdens ziekte. In hoger beroep, na het verstrijken van de twee jaar ziekte, heeft het hof geoordeeld dat het opzegverbod niet langer van toepassing was. Het hof heeft vastgesteld dat er sprake was van een ernstige verstoring van de arbeidsverhouding, veroorzaakt door de achterdocht van de werknemer, die meende dat hij werd bespioneerd door collega’s en de AIVD. Het hof heeft de arbeidsovereenkomst beëindigd per 1 september 2020 en een transitievergoeding van € 1.015,77 toegekend aan de werknemer. Tevens is de werknemer veroordeeld tot terugbetaling van € 770,63 aan PostNL, wegens onverschuldigd betaalde bedragen tijdens zijn ziekte.