ECLI:NL:GHAMS:2020:2268

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
22 juli 2020
Publicatiedatum
14 augustus 2020
Zaaknummer
200.275.760/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing onderzoeker in het kader van enquêterecht betreffende de Stichting Katholieke Universiteit

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, Ondernemingskamer, van 22 juli 2020, wordt een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van de Stichting Katholieke Universiteit (SKU) over de periode vanaf 1 januari 2014. Dit volgt op een eerdere beschikking van 21 juli 2020, waarin de Ondernemingskamer al een onderzoek had bevolen en een onderzoeker zou worden aangewezen. De Ondernemingskamer heeft nu mr. H.M. de Mol van Otterloo aangewezen als onderzoeker. De onderzoeker wordt verzocht om binnen acht weken een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek op te stellen en deze aan de Ondernemingskamer toe te zenden. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De zaak betreft een verzoek van de Stichting Katholieke Universiteit, die in deze procedure als verzoekster optreedt, tegen de Stichting Katholieke Universiteit als verweerster en tegen de Nederlandse Bisschoppenconferentie als belanghebbende. Daarnaast zijn er meerdere belanghebbenden, waaronder het College van Bestuur van de Radboud Universiteit en de Ondernemingsraden van de Radboud Universiteit en het Radboud Universitair Medisch Centrum. De Ondernemingskamer heeft in deze beschikking de voortgang van het onderzoek en de aanwijzing van de onderzoeker verder uitgewerkt, waarbij de nadruk ligt op de noodzaak van een gedegen en tijdig onderzoek naar de gang van zaken binnen de SKU.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.275.760/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 22 juli 2020
inzake
de stichting
STICHTING KATHOLIEKE UNIVERSITEIT,
gevestigd te Nijmegen,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mrs. A.F.J.A. Leijtenen
I. Koudstaal, kantoorhoudende te Amsterdam,
t e g e n
de stichting
STICHTING KATHOLIEKE UNIVERSITEIT,
gevestigd te Nijmegen,
VERWEERSTER,
e n t e g e n

1.DE NEDERLANDSE BISSCHOPPENCONFERENTIE,

BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mrs. S.W. Holtermanen
E.L. Pasma, kantoorhoudende te Utrecht,
e n t e g e n

2.het COLLEGE VAN BESTUUR van de RADBOUD UNIVERSITEIT,

3.
de RAAD VAN BESTUUR van het RADBOUD UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM,
4.
de ONDERNEMINGSRAAD van de RADBOUD UNIVERSITEIT,
5.
de ONDERNEMINGSRAAD van het RADBOUD UNIVERSITAIR MEDISCH CENTRUM,
BELANGHEBBENDEN,
verschenen in persoon.

1.Het verloop van het geding

1.1
In het vervolg zullen verzoekster en verweerster worden aangeduid als SKU.
1.2
Voor het verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikking van 21 juli 2020.
1.3
Bij die beschikking heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van SKU over de periode vanaf 1 januari 2014 tot de datum van die beschikking en een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon benoemd teneinde het onderzoek te verrichten.

2.De gronden van de beslissing

2.1
De Ondernemingskamer zal thans de hierna te vermelden persoon aanwijzen als onderzoeker, een en ander zoals bedoeld in de beschikking van 21 juli 2020.
2.2
In overleg met de onderzoeker verzoekt de Ondernemingskamer de onderzoeker om, in afwijking van 4.39 van de beschikking van 21 juli 2020, binnen acht weken een plan van aanpak en een begroting van de kosten van het onderzoek te maken en deze aan de Ondernemingskamer toe te zenden.

3.De beslissing

De Ondernemingskamer:
wijst aan als onderzoeker zoals bedoeld in de beschikking van 21 juli 2020 in deze zaak: mr. H.M. de Mol van Otterloo te Amsterdam;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.C. Makkink, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.W.H. Vink, raadsheren, en prof. drs. E. Eeftink RA en drs C. Smits-Nusteling, raden, in tegenwoordigheid van mr. F.L.A. Straathof en E.S. Nieuwendijk, griffiers, en in het openbaar uitgesproken op 22 juli 2020.