4.2De man verzoekt, met vernietiging van de bestreden beschikking in zoverre,
I. de woning aan de [a-straat] aan hem toe te scheiden tegen de getaxeerde waarde van € 270.000,-, onder de opschortende voorwaarde dat de vrouw uit de hoofdelijke aansprakelijkheid wordt ontslagen van de op deze woning gevestigde hypotheek en de man de vrouw het haar toekomende bedrag inzake de overwaarde voldoet, met welk bedrag wordt verrekend hetgeen de vrouw aan de man verschuldigd is inzake de afspraak van partijen de eigenaarslasten van de woningen van partijen bij helfte te delen;
II. primair de vrouw te veroordelen de woning aan de [a-straat] te verlaten binnen zeven dagen na afgifte van de in deze te wijzen beschikking en te bepalen dat de man het recht van gebruik en bewoning van deze woning toekomt gedurende zes maanden na de inschrijving van de beschikking, althans te bepalen dat de vrouw de woning dient te verlaten vanaf het moment dat de woning goederenrechtelijk aan de man is geleverd, met machtiging van de man deze beschikking in zoverre, zo nodig zelf ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
III. de vrouw te veroordelen haar medewerking te verlenen aan de goederenrechtelijke levering van de woning aan de [a-straat] aan de man, op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag en indien een dwangsom van € 1.000,- is verbeurd te bepalen dat de in deze te wijzen beschikking in de plaats treedt van de benodigde medewerking van de vrouw aan de goederenrechtelijke levering van de woning aan de man;
IV. de vrouw te veroordelen tot het verlenen van haar medewerking aan de verkoop van de woning aan de [b-straat] en meer in het bijzonder te bepalen:
V. dat de vrouw haar medewerking dient te verlenen aan de verkoop en levering van de woning aan de [b-straat] aan een derde, op straffe van een dwangsom van € 250,- per dag met een maximum van € 10.000,-;
VI. in het geval de vrouw blijft weigeren haar medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning aan de [b-straat] en een dwangsom is verbeurd van € 1.000,-, de man vervangende toestemming te verlenen voor de verkoop en levering van de woning aan de [b-straat] , waarbij de beschikking van het hof in de plaats treedt van de toestemming van de vrouw, althans een zodanige voorziening te treffen als het hof juist zal achten;
VII. te bepalen dat indien partijen niet binnen drie dagen na de opdrachtverlening er in slagen om gezamenlijk de vraagprijs of gewijzigde vraagprijs te bepalen, de makelaar de vraagprijs bindend voor partijen vaststelt;
VIII. te bepalen dat de vrouw onvoorwaardelijk dient mee te werken aan het feitelijk verkooptraject met betrekking tot de woning aan de [b-straat] , waaronder in ieder geval wordt verstaan:
- het afgeven van een sleutel van de onroerende zaak aan de makelaar;
- de woning in nette en opgeruimde staat ter beschikking stellen aan de makelaar, eventuele fotograaf, geïnteresseerde kopers en overige activiteiten gericht op verkoop;
- het ongehinderd verschaffen van toegang tot de woning aan de makelaar en geïnteresseerde kopers op de momenten dat de makelaar dit noodzakelijk en redelijk acht (althans, het niet zonder redelijke grond weigeren van deze toegang);
- het zich onthouden van handelingen die de verkoop tegenwerken;
- het zich voegen naar bindende adviezen van de makelaar (waaronder mede begrepen het vaststellen c.q. aanpassen van de te hanteren vraagprijs), voor zover partijen van mening verschillen;
op straffe van het verbeuren van een dwangsom jegens de man van € 500,- per dag of dagdeel dat de vrouw na verloop van een termijn van drie dagen in gebreke blijft met het verlenen van haar medewerking, één en ander te beoordelen door de makelaar;
IX. te bepalen dat, indien partijen, nadat door een potentiële koper van de woning een aanbod wordt gedaan, het binnen drie dagen na dat aanbod niet eens kunnen worden over de aanvaardbaarheid van dat aanbod, de makelaar bindend adviseert omtrent de verkoopprijs, waarbij wordt uitgegaan van een spoedige verkooptermijn van drie maanden;
m. te bepalen dat wanneer de verkoopprijs bindend is vastgesteld beide partijen verplicht zijn hun medewerking te verlenen aan de totstandkoming van de koopovereenkomst en het notariële transport van de woning aan de koper;
n. de vrouw te veroordelen om zodra er een kandidaat koper is die bereid is de bindend door de makelaar vastgestelde verkoopprijs te betalen mee te werken aan de totstandkoming van de
koopovereenkomst, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag of dagdeel dat de vrouw deze veroordeling niet nakomt, althans een zodanige voorziening te treffen als het hof juist zal achten;
o. te bepalen dat indien de verkoopprijs bindend is vastgesteld (zie – naar het hof begrijpt – m en n), de in deze te wijzen beschikking in de plaats treedt van de ontbrekende wilsverklaring van de vrouw benodigd voor de totstandkoming van de koopovereenkomst met de toekomstige koper, althans een zodanige voorziening te treffen als het hof juist zal achten;
p. de vrouw te veroordelen haar volledige en onvoorwaardelijke medewerking te verlenen aan
de levering van de woning gelegen aan de [b-straat] aan de toekomstige koper ten overstaan van de door hem/haar aan te wijzen notaris of diens plaatsvervanger, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag of dagdeel dat de vrouw deze veroordeling niet nakomt, althans een zodanige voorziening zal treffen als het hof juist zal achten;
q. zodra op grond van – naar het hof begrijpt – p. een dwangsom is verbeurd van € 15.000,-: de in deze te wijzen beschikking in de plaats te stellen van de ontbrekende wilsverklaring van de vrouw benodigd voor de levering ten overstaan van de door de toekomstige koper aan te wijzen notaris of diens plaatsvervanger, op een nader tussen de man en de koper overeen te komen datum van de juridisch eigendom aan de toekomstige koper van de woning aan de [b-straat] , althans een zodanige voorziening te treffen als het hof juist zal achten;
r. de termijn als bedoeld in artikel 3:301 lid 1 sub b BW te bepalen op zeven dagen;
s. te bepalen dat iedere partij gehouden is de helft van de kosten van de makelaar, de notaris en de overige kosten van de verkoop en levering aan een derde te dragen;
X. te bepalen dat aan de man de tv (woonkamer), het interieur van de kinderkamers, de salontafel, de wasmachine en de droger worden toegescheiden en de overige inboedelgoederen aan de vrouw worden toegescheiden, zonder nadere verrekening;
XI. het nog te overleggen door partijen ondertekende scheidingsconvenant te waarmerken en aan de in deze te wijzen beschikking te hechten en te bepalen dat de regelingen zoals tussen partijen zijn overeengekomen deel uitmaken van de te wijzen beschikking;
XII. te bepalen dat de onderneming ( [de onderneming] ) aan de man wordt toegescheiden (inclusief onder andere de bedrijfsvoertuigen en de zakelijke bankrekeningen) tegen betaling van de man aan de vrouw van een bedrag van € 7.000,-, te betalen zodra de man over de overwaarde beschikt na de verkoop van de woning aan de [b-straat] ;
XIII. de saldi op de bankrekeningen op naam gesteld van de man en de en/of-rekeningen van partijen aan de man worden toegescheiden, zonder nadere verrekening met de vrouw en de vrouw haar medewerking zal verlenen aan de wijziging van de tenaamstelling, dan wel opheffing van die bankrekeningen, voor zover noodzakelijk, alsmede te bepalen dat de saldi op de bankrekeningen op naam gesteld van de vrouw aan haar worden toegescheiden, zonder nadere verrekening;
XIV. partijen de eigenaarslasten (inclusief hypotheekrente en -aflossing) van de woningen van partijen bij helfte delen vanaf de datum waarop het verzoekschrift tot echtscheiding werd ingediend en de man respectievelijk de vrouw vanaf de datum waarop het verzoek tot echtscheiding werd ingediend, de gebruikerslasten draagt van de woning waar diegene woont.