Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[X] ,
[appellant sub 2],
[X] INVESTMENTS B.V.,
RED SHOES B.V.,
PERENROSÉ B.V.,
1.ABN AMRO BANK N.V.,
ABN AMRO COMMERCIAL FINANCE N.V., thans genaamd
ABN AMRO ASSET BASED FINANCE N.V.,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
asset basedfinanciering verstrekt, waarbij de hoogte van de beschikbare financiering afhankelijk was van de waarde van de onderliggende (in zekerheid te geven) goederen.
Voorraadfinanciering binnen financieringsplafond
Zorgplicht van ACF N.V.
Zoals eerder aangekondigd wil ik via deze weg formeel bevestigen dat Televersal overgedragen wordt aan onze collega’s van bijzonder beheer bij zowel[ABN Amro bank, hof]
en[ACF, hof]
. (…)
Televersal heeft inmiddels een trackrecord opgebouwd van het niet halen van prognoses.
Q4 zou beter worden maar realisatie oktober zit naar verwachting onder prognose (opgesteld begin oktober). Voorspelbaarheid van omzet is onzeker.
Verlies 2013 EUR -480/m en verwacht verlies in 2014 van tenminste EUR -1.6 mln.
Ondanks doorgevoerde reorganisatie is de kostenbasis nog steeds te hoog bij de omzet die onder druk staat en forse verliezen.
Jullie verwachten additionele voorzieningen te moeten nemen voor incourante voorraden en dubieuze debiteuren.
Liquiditeit staat fors onder druk. Dit is tijdelijk opgevangen door leningen vanuit aandeelhouders en door crediteuren later te betalen. Dit is geen houdbare situatie.
Er zijn betalingsafspraken gemaakt met de belastingdienst.
Ondanks diverse reminders is de gewijzigde kredietovereenkomst nog steeds niet getekend retour ontvangen.
Inmiddels bent u op de hoogte gebracht van de overboeking van uw kredietfaciliteiten naar de afdeling Financial Restructuring & Recovery (FR&R), bij zowel[ABN Amro bank, hof]
als bij[ACF, hof]
.
Het verlies in 2013 en het zeer forse verlies in 2014;
De huidige liquiditeitsdruk en de verwachte liquiditeitstekorten;
Het negatieve aansprakelijk vermogen.
Het maximum kredietplafond bij ACF is verlaagd van EUR 6.000.000,- naar EUR 3.500.000,-;
Het kredietplafond voor de voorraadfaciliteit is verlaagd naar EUR 800.000,-.
De kredietfaciliteit is dagelijks opzegbaar geworden;
ACF zal alsnog/weer actief credit management gaan uitoefenen(…)’
(…)
Faillissement Televersal B.V. is onafwendbaar. Het staat er te slecht en is niet meer in going concern te redden. Liquiditeitsgat te groot, schuldenlast te zwaar en te veel onzekerheden.
Statutaire zetel wordt/is verplaatst van Nieuwegein naar Tilburg (Oisterwijk).
Daarna zal zsm faillissement aangevraagd worden en in pre-pack gebracht worden dmv stille bewindvoerder bij een Curator gebracht worden. [D] heeft hier voorbereidingen voor getroffen. Vanuit daar kan wellicht een transactie met [D] tot stand komen.
[D] is geinteresseerd om onder bepaalde voorwaarden tot een oplossing te komen waarbij én de bank er goed uit springt én de aandeelhouders van Televersal niet aangesproken hoeven te worden op hun borgen. (…)’
(…) Net [D] gesproken. (…) Ze zullen vandaag faillissement aanvragen. (…)’
(…)
heeft verpand. Ook de vorderingen die bovengenoemde leverancier[Televersal, hof]
op u heeft, vallen onder dit pandrecht.
negatieve exploitatie als gevolg van stijgende vaste lasten ten opzichte van niet (voldoende) meestijgende omzet.’
Amper cs hebben vorderingen op[ABN Amro bank, hof]
resp.[ACF, hof]
, voor welke vorderingen[ABN Amro bank en ACF, hof]
inmiddels zijn gesommeerd;
[A] zijn (aandeel in deze) vorderingen (…) wenst over te dragen aan de Vennootschap, die bereid is deze overdracht te aanvaarden op hierin vastgelegde voorwaarden en bedingen;
Amper haar (aandeel in deze) vorderingen (…) wenst over te dragen aan de Vennootschap die bereid is deze overdracht te aanvaarden op hierin vastgelegde voorwaarden en bedingen;
3.Beoordeling
asset basedfinanciering werd verstrekt, waarbij de hoogte van de beschikbare financiering (de kredietruimte) steeds afhankelijk was van de waarde van de onderliggende (in zekerheid te geven) goederen. ABN Amro c.s. heeft gemotiveerd betoogd dat, op basis van de totale waarde van de door Televersal en Pridis in zekerheid gegeven goederen, na 18 november 2014 nooit een kredietruimte heeft bestaan die hoger was dan het verlaagde financieringsplafond en de sublimiet voor de voorraadfinanciering, zodat de kredietverlaging niet tot een daadwerkelijke beperking van het voor Televersal en Pridis beschikbare krediet heeft geleid. Op [X] c.s. rustte daartegenover de plicht te stellen en zo nodig te bewijzen dat het krediet daadwerkelijk, zoals hij stelt, ‘enorm werd ingeperkt’, in die zin dat op 18 november 2014 (en in de periode nadien) de waarde van de
assetseen hogere kredietruimte opleverde dan het financieringsplafond en de sublimiet genoemd in het besluit van 18 november 2014. Aan die stelplicht heeft [X] c.s. niet voldaan. De enkele verklaring van [B] dat de kredietverlaging – en dus niet louter een gebrek aan
assets– ‘
tot direct gevolg [heeft] gehad dat Televersal acuut in liquiditeitsproblemen kwam’ is daarvoor ontoereikend. Deze verklaring, evenals andere verklaringen waarop [X] c.s. wijst, wordt immers anders dan het verweer van ABN Amro c.s. niet door cijfermatig materiaal ondersteund. Het had op de weg van [X] c.s. gelegen concrete informatie over de omvang van de
assetsin de bewuste periode te verstrekken en die uit eigen beweging, voorzien van een voldoende deugdelijke onderbouwing, in het geding te brengen. Dit volgt reeds uit de bestreden uitspraak. Nu dat ook in hoger beroep niet is gebeurd, moet door het hof als onvoldoende gemotiveerd betwist - en derhalve als vaststaand - worden aangenomen dat het verweer van ABN Amro c.s. juist is, en dat de kredietverlaging niet tot enig nadeel heeft geleid omdat het financieringsplafond en de sublimiet enkel, als reguliere boekhoudkundige verwerking bij een klant die bij de afdeling bijzonder beheer is ondergebracht, zijn teruggebracht tot het niveau waarvan Televersal en Pridis daadwerkelijk gebruik konden maken gezien de beschikbare
assets. Dat de kredietverlaging een disproportionele en daardoor ontoelaatbare maatregel was, zoals [X] c.s. stelt, kan daarom niet worden vastgesteld, laat staan dat kan worden vastgesteld dat voorzienbaar was dat [X] c.s. daardoor schade zou lijden.
Wel opvallend was dat ik ben gevraagd om de voorraad mee te bekijken op 17/11/2014’, waarbij van belang is dat hij op die datum al geen Asset Manager meer was. In strijd met de gemaakte afspraak heeft ACF de voorraad echter niet opnieuw aangesloten, maar in plaats daarvan, direct en zonder vooroverleg, het totale krediet verlaagd. Daardoor kwam geen ruimere financiering beschikbaar, terwijl Televersal daar wel aanspraak op had kunnen maken. [X] c.s. heeft daarna herhaaldelijk geprobeerd contact op te nemen met ACF. [X] c.s. werd echter verwezen naar de afdeling bijzonder beheer, waar niemand thuis gaf. Een gesprek met de medewerkers van deze afdeling heeft pas op 25 november 2014 plaatsgevonden. Het kwaad was toen echter al geschied. ACF wist dat dit grote consequenties had voor Televersal, Pridis en [X] c.s., maar zij is niet op haar schreden teruggekeerd, aldus steeds [X] c.s.
Op vrijdag 14 november 2014 moest conform normaal ritme de voorraad opnieuw worden aangesloten. Dit is ook gedaan, echter met, zo is achteraf gebleken, verkeerde data. ABN CF heeft oude data, data van 12 november 2014, gebruikt. Niet de door Televersal aangeleverde data zijn gebruikt, maar door ABN CF is een oude set data ingelezen. Hierop hebben we de volgende actie afgesproken (…) dat met de Euro 60.000,- die wel beschikbaar was we facturen van leverancier Unify zouden betalen en dat daarna de voorraad opnieuw (met de juiste data) zou worden aangesloten. (…) Nadat Televersal wel de Euro 60.000,- aan Unify had overgemaakt, werd de voorraad niet opnieuw aangesloten en kwam er geen financiering beschikbaar waar Televersal recht op had. De impact van bovenstaande was ongeveer 300K dollar.’
asset basedfinanciering) om te zetten in een (hoger) rekening-courantkrediet (dat per definitie niet
asset basedis) of bereidheid had moeten tonen anderszins (tijdelijk) de financiering – niet alleen op papier maar ook in werkelijkheid – te verhogen om [X] c.s. (extra) mogelijkheden te gunnen om een oplossing te vinden, terwijl daar géén (extra) zekerheden tegenover stonden. In redelijkheid kon niet van ABN Amro c.s. worden verlangd dat zij op die wijze haar belangen bij die van [X] c.s. achterstelde. ABN Amro c.s. liep immers al een groot risico omdat de continuïteit van Televersal en Pridis gevaar liep. In het midden kan daarom blijven of [X] c.s., als niet-contractspartij, een beroep kan doen op het bepaalde in artikel 6:248 lid 1 BW en of de (feitelijke) stellingen die [X] c.s. in dit verband heeft ingenomen juist zijn (wat ABN Amro c.s. betwist).
BusinessCom. Kennelijk had [D] er belang bij dat Televersal en Pridis in staat van faillissement zouden worden verklaard, omdat dit kansen bood op een door hem gewenste doorstart. In datzelfde verband, aldus nog steeds [X] c.s., is ACF blindgevaren op de mededelingen van [D] omtrent de (voorbereiding van) de eigen faillissementsaanvragen door [X] c.s. voor Televersal en Pridis, zonder die informatie te verifiëren bij [X] c.s. Kennelijk was er een vooropgezet gezamenlijk plan, dat mede was ingegeven door het feit dat ACF de ‘gedoogde’ Factorovereenkomst nooit had mogen aanbieden en ABN Amro c.s. daarvan af wilde, aldus [X] c.s.