In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door [appellant] tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de overeenkomst tot domeinnaambeheer door [appellant] was opgezegd, wat leidde tot de afwijzing van zijn vorderingen. [Appellant] stelt dat de domeinnaam 'eten.nu' door [geïntimeerde] in opdracht van hem is geregistreerd en dat hij recht heeft op de overdracht van deze domeinnaam. De rechtbank oordeelde dat [appellant] sinds 2010 geen betalingen meer had gedaan voor het beheer van de domeinnaam en dat er geen grondslag was voor de vordering tot overdracht. In hoger beroep heeft [appellant] zijn grieven ingediend, waarbij hij aanvoert dat de overeenkomst niet is beëindigd en dat [geïntimeerde] de domeinnaam moet overdragen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak opnieuw beoordeeld, inclusief de communicatie tussen partijen. Het hof concludeert dat er geen bewijs is dat [appellant] de overeenkomst heeft opgezegd en dat [geïntimeerde] niet gerechtvaardigd kon vertrouwen op een beëindiging van de overeenkomst. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en wijst de vordering van [appellant] toe, waarbij [geïntimeerde] wordt veroordeeld om de domeinnaam binnen vijfendertig dagen over te dragen, met een dwangsom van € 5.000,- per dag bij niet-nakoming. Tevens wordt [geïntimeerde] veroordeeld in de proceskosten van beide instanties.