Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[X] ,
[geïntimeerde sub 2],
[geïntimeerde sub 3],
[geïntimeerde sub 4],
[geïntimeerde sub 5],
[geïntimeerde sub 6],
[geïntimeerde sub 7],
[geïntimeerde sub 8],
[geïntimeerde sub 9],
[geïntimeerde sub 10],
[geïntimeerde sub 11],
[geïntimeerde sub 12],
[geïntimeerde sub 13],
[geïntimeerde sub 14]
[geïntimeerde sub 15],
[geïntimeerde sub 16],
[geïntimeerde sub 17],
[geïntimeerde sub 18],
[geïntimeerde sub 19],
[geïntimeerde sub 20],
[geïntimeerde sub 21],
22.[geïntimeerde sub 22] ,
23.[geïntimeerde sub 23] ,
24.[geïntimeerde sub 24] ,
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 1bestrijdt Rabobank het oordeel van de kantonrechter dat de terbeschikkingstelling van een leaseauto aan de Werknemers is te kwalificeren als een arbeidsvoorwaarde omdat (i) de terbeschikkingstelling van een leaseauto in sommige sollicitatiegesprekken aan de orde is geweest, (ii) de Werknemers gedurende hun (langdurige) dienstverband de beschikking hebben gehad over een leaseauto die zij (iii) ook privé mochten gebruiken en (iv) het gebruik van de leaseauto niet afhankelijk was gesteld van het aantal zakelijk gereden kilometers.
Grief 2strekt ten betoge dat de kantonrechter in het vonnis niet is ingegaan op het betoog van Rabobank dat een leaseauto slechts voor vijf jaar aan de Werknemers werd toegekend zodat Werknemers in ieder geval geen automatisch recht hadden op terbeschikkingstelling van een leaseauto na ommekomst van die termijn. Rabobank heeft, zo voert zij aan, aan de Werknemers een leaseauto ter beschikking gesteld uit hoofde van hun functie voor het afleggen van zakelijke kilometers. De auto werd uitsluitend ter beschikking gesteld om de functie naar behoren te kunnen verrichten. Die terbeschikkingstelling was niet afhankelijk van het aantal gereden zakelijke kilometers maar van de functie van betrokkene. De Werknemers kregen de beschikking over een leaseauto uit overwegingen van reis- en tijdsefficiency en kosten. De auto werd steeds maar voor vijf jaar ter beschikking gesteld, hetgeen ook uitdrukkelijk was bepaald in de Autoleaseregeling en in de individuele leasecontracten. Als een werknemer na afloop van de vijf jaar waarvoor de leaseovereenkomst werd gesloten niet meer aan de voorwaarden van de Autoleaseregeling en de lokale aanvullingen daarop voldeed, had hij geen recht op nieuwe auto. De terbeschikkingstelling werd dus niet automatisch verlengd. De meeste Werknemers hebben die vijfjaarlijkse toets meegemaakt. Zij hebben er dus niet gerechtvaardigd op mogen vertrouwen dat zij altijd en onvoorwaardelijk een leaseauto zouden krijgen. Het recht op terbeschikkingstelling van een leaseauto is niet opgenomen in de individuele arbeidsovereenkomsten - daarin wordt slechts verwezen naar de Autoleaseregeling of de lokale regelingen - en is evenmin geregeld in de toepasselijke Rabobank cao, aldus Rabobank.
Auto: U komt in aanmerking voor een lease-auto tot f 43.000 (…).heeft sinds 14 mei 1998 de beschikking over een leaseauto.
Leaseauto In deze functie heb je binnen het huidige beleid recht op een leaseauto.Gesteld noch gebleken is dat [geïntimeerde sub 19] inmiddels van functie is veranderd.
Arbeidsvoorwaardelijk heb je recht op een dienstauto.
De medewerker kan – gezien zijn functie – aanspraak maken op een door de werkgever beschikbaar gestelde auto, waarbij de kosten (..) voor rekening van de werkgever komen.Ook ten aanzien van [geïntimeerde sub 22] is niets gesteld of gebleken over een functiewijziging.
[X](sinds 1 april 2001),
[geïntimeerde sub 3](sinds 30 januari 2001),
[geïntimeerde sub 5](sinds 1 december 2006),
[geïntimeerde sub 7](sinds 1 december 1989),
[geïntimeerde sub 8](sinds eind jaren ‘80),
[geïntimeerde sub 10](sinds 1 juli 1998),
[geïntimeerde sub 11](sinds 1 februari 2006),
[geïntimeerde sub 13](sinds 2001),
[geïntimeerde sub 15](sinds 1 januari 1998),
[geïntimeerde sub 16](sinds 2001) en
[geïntimeerde sub 18](sinds 1 september 1999) gedurende meer dan tien jaar een leaseauto hebben gehad en tenminste twee verlengingen van het leasecontract hebben meegemaakt. Het ter beschikking hebben van een leaseauto moet ook voor hen als arbeidsvoorwaarde worden beschouwd zodat zij in beginsel recht hebben op voortzetting van het ter beschikking hebben van een leaseauto.
Grief 3klaagt erover dat de kantonrechter een onjuiste, althans onvoldoende gemotiveerde, maatstaf heeft gehanteerd.
Grief 4strekt ten betoge dat de kantonrechter ten onrechte tot het oordeel is gekomen dat Rabobank geen zwaarwichtig belang heeft bij het niet langer ter beschikking stellen van een leaseauto aan een aantal van haar werknemers.
€ 495,80 netto per maand bedraagt. Rabobank heeft de juistheid van die berekeningen niet bestreden en evenmin betwist dat het nadeel respectievelijk 12 en 15 procent van het nettoloon van die werknemers is.
grief 6die zich richt tegen de toewijzing van de vorderingen van de Werknemers zoals weergegeven onder II tot en met V van het dictum van het bestreden vonnis heeft Rabobank na het hiervoor overwogene geen belang.
Grief 7betoogt dat er voor het toewijzen van enig bedrag ter zake van buitengerechtelijke incassokosten geen grondslag was. De werknemers hebben geen schade geleden en zij hebben hun kosten niet gespecificeerd en gemotiveerd zodat niet kan worden beoordeeld of een redelijk deel van de kosten voor vergoeding in aanmerking komt. Eventuele kosten zijn bovendien gemaakt ter voorbereiding van de procedure.
4.Beslissing
€ 3.222,-- voor salaris;