Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant sub 1] ,
[appellante sub 2],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
advocaat: mr. L.T. van Eyck van Heslinga te Alkmaar.
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
grief 1komt [appellant sub 1] op tegen het oordeel van de rechtbank, weergegeven onder 3.3.1, dat [X] niet in verzuim is geraakt. Volgens [appellant sub 1] verkeerde [X] destijds wel degelijk in verzuim en verkeert hij ook nu in verzuim nadat hij opnieuw in gebreke was gesteld, zodat de vordering tot vervangende schadevergoeding had moeten worden toegewezen. De ingebrekestelling van 25 augustus 2017, waarin [X] wordt gesommeerd de gebreken binnen veertien dagen op te lossen, voldoet aan de daaraan te stellen eisen. Daarbij is van belang dat [X] al een hersteltermijn van drie maanden had naar aanleiding van het opleverrapport van 1 juni 2017 en dus al lang en breed bekend was met de gebreken. Volgens [appellant sub 1] had [X] niet mogen wachten met herstel van de gebreken totdat hij daartoe werd aangemaand.
grieven 3 en 4zijn gericht tegen het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de scheidingswanden tussen de slaapkamers dat niet de door [appellant sub 1] gewenste volledige vervanging gerechtvaardigd is, maar [X] zal moeten zorgdragen voor herstel met voorzetwanden. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.