ECLI:NL:GHAMS:2020:2063

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 juni 2020
Publicatiedatum
23 juli 2020
Zaaknummer
23-004551-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens gebrekkige betekening

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Marokko in 1980, was niet verschenen op de zitting. Het hof heeft vastgesteld dat de dagvaarding in hoger beroep niet op de juiste wijze aan de verdachte is betekend. De advocaat-generaal had stukken overgelegd, maar er ontbrak een akte waaruit bleek dat de dagvaarding op het geregistreerde adres van de verdachte was uitgereikt. Hierdoor kon het hof niet vaststellen dat de dagvaarding op de wettelijk voorgeschreven wijze was betekend. Gezien het feit dat de verdachte niet ter terechtzitting was verschenen, heeft het hof besloten de dagvaarding in hoger beroep nietig te verklaren. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam en is uitgesproken op de openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004551-18
datum uitspraak: 25 juni 2020
NIET VERSCHENEN
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 18 december 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-146100-18 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1980,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 juni 2020.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsvrouw naar voren is gebracht.

Geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep

Ter terechtzitting heeft de advocaat-generaal betekeningsstukken van de dagvaarding in hoger beroep overgelegd aan het hof. Het hof heeft geconstateerd dat van de verdachte met ingang van 24 maart 2020 als BRP-adres is geregistreerd de [adres]. Bij de betekeningsstukken bevindt zich echter geen akte waaruit blijkt dat is geprobeerd de dagvaarding op voornoemd adres uit te reiken. Dit betekent dat het hof op grond van de beschikbare stukken niet in staat is vast te stellen dat de dagvaarding om in hoger beroep op de terechtzitting te verschijnen op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is uitgereikt. Nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen, dient de dagvaarding op grond daarvan nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. C. Fetter, mr. M. Jurgens en mr. A.P.M. van Rijn, in tegenwoordigheid van mr. M.E. van Rijn, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 juni 2020.