ECLI:NL:GHAMS:2020:2061

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
25 juni 2020
Publicatiedatum
23 juli 2020
Zaaknummer
23-003273-18
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met uitzondering van de beslissing op vordering tenuitvoerlegging in hoger beroep

Op 25 juni 2020 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 20 september 2018 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in Marokko in 1974, die in hoger beroep is gegaan tegen het vonnis van de politierechter. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd en kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die dezelfde straf heeft gevorderd als de politierechter.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met uitzondering van de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf die eerder was opgelegd. De vordering tot tenuitvoerlegging, die betrekking had op een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 maand, is door het hof afgewezen. Dit betekent dat de verdachte niet opnieuw de gevangenis in hoeft, ondanks de eerdere veroordeling.

De beslissing van het hof houdt in dat de vordering van het openbaar ministerie tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf is afgewezen, en dat het vonnis waarvan beroep voor het overige is bevestigd. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof, waarbij de meervoudige strafkamer aanwezig was.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003273-18
datum uitspraak: 25 juni 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 20 september 2018 in de strafzaak onder de parketnummers 15-138140-18 en 15-195116-16 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1974,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 25 juni 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof dezelfde straf zal opleggen als de politierechter.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de beslissing op de vordering tenuitvoerlegging, in zoverre zal het vonnis worden vernietigd.

Vordering tenuitvoerlegging (parketnummer 15-195116-16)

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de (gedeeltelijke) tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 12 mei 2017 in de zaak met parketnummer 15-195116-16 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering tot tenuitvoerlegging zal worden afgewezen.
Het hof acht termen aanwezig om de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de beslissing op de vordering tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 12 mei 2017, in de zaak met parketnummer 15-195116-16, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf en doet in zoverre opnieuw recht.
Wijst af de vordering van de officier van justitie in het arrondissement te Noord-Holland van 15 juli 2018, strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 12 mei 2017, in de zaak met parketnummer 15-195116-16, opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand met proeftijd van 3 jaar.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. M. Jurgens en mr. C. Fetter, in tegenwoordigheid van mr. M.E. van Rijn, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 25 juni 2020.