ECLI:NL:GHAMS:2020:2053
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van het vonnis in hoger beroep tegen de politierechter in de rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 13 augustus 2019 was gewezen. De zaak betreft meerdere parketnummers, waaronder 96-113828-19, 96-102881-17, 96-065080-18 en 96-107395-17. De verdachte, geboren in 1991, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting op 30 juni 2020 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een gevangenisstraf van twee weken heeft geëist voor de tenlastegelegde feiten. De advocaat-generaal heeft ook gevorderd dat de vorderingen tot tenuitvoerlegging worden toegewezen. Het hof heeft de argumenten van de verdachte en zijn raadsman in overweging genomen, maar heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van de strafoplegging die door de politierechter was opgelegd. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die tijdens de zitting zijn besproken. Het arrest is uitgesproken in een openbare terechtzitting en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. A.R.O. Mooy, die buiten staat was om te ondertekenen.