ECLI:NL:GHAMS:2020:1917

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
3 juli 2020
Publicatiedatum
8 juli 2020
Zaaknummer
23-002575-19
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de oproeping in hoger beroep wegens onjuiste betekening aan de verdachte

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 17 april 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in El Harach (Algerije) in 1975, had geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. De zaak betreft de geldigheid van de oproeping voor de terechtzitting van 19 juni 2020. De oproeping was op 12 juni 2020 aan een medewerker van het openbaar ministerie uitgereikt, omdat de verdachte niet bereikbaar was. Het hof constateerde dat de verdachte ten tijde van de oproeping gedetineerd was, maar dat er geen poging was gedaan om de oproeping in de penitentiaire inrichting te betekenen. Hierdoor was de oproeping niet op de wettelijk voorgeschreven wijze aan de verdachte betekend. Aangezien de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen, heeft het hof de oproeping nietig verklaard. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 19 juni 2020.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002575-19
datum uitspraak: 19 juni 2020
NIET VERSCHENEN
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 17 april 2019 in de strafzaak onder parketnummer
13-081743-19 tegen
[Verdachte],
geboren te El Harach (Algerije) op [Geboortedatum] 1975,
zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 19 juni 2020.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Geldigheid van de oproeping in hoger beroep

De oproeping voor de terechtzitting van 19 juni 2020 is op 12 juni 2020 aan een medewerker van het openbaar ministerie uitgereikt, omdat van de verdachte geen woon- of verblijfplaats in Nederland bekend was. Blijkens het formulier “controle momenten in het SKDB systeem of verdachten gedetineerd zijn” was de verdachte ten tijde van oproepen voor de zitting van 19 juni gedetineerd. Uit de betekenings-stukken blijkt niet dat is geprobeerd de oproeping te betekenen in de penitentiaire inrichting waarin de verdachte gedetineerd was.
Uit hetgeen het hof hiervoor heeft vastgesteld, volgt dat de oproeping om in hoger beroep op de terechtzitting van heden te verschijnen niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is betekend. Nu de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen, dient de oproeping op grond daarvan nietig te worden verklaard.

Beslissing

Het hof:
Verklaart de oproeping in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.M.J. Quaedvlieg, mr. W.M.C. Tilleman en mr. P.F.E. Geerlings, in tegenwoordigheid van mr. A. Ivanov, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 juni 2020.