ECLI:NL:GHAMS:2020:1917
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Nietigheid van de oproeping in hoger beroep wegens onjuiste betekening aan de verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 17 april 2019 was gewezen. De verdachte, geboren in El Harach (Algerije) in 1975, had geen bekende woon- of verblijfplaats in Nederland. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de raadsman. De zaak betreft de geldigheid van de oproeping voor de terechtzitting van 19 juni 2020. De oproeping was op 12 juni 2020 aan een medewerker van het openbaar ministerie uitgereikt, omdat de verdachte niet bereikbaar was. Het hof constateerde dat de verdachte ten tijde van de oproeping gedetineerd was, maar dat er geen poging was gedaan om de oproeping in de penitentiaire inrichting te betekenen. Hierdoor was de oproeping niet op de wettelijk voorgeschreven wijze aan de verdachte betekend. Aangezien de verdachte niet ter terechtzitting is verschenen, heeft het hof de oproeping nietig verklaard. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 19 juni 2020.