Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
- i) dat de Hoge Raad oordeelde dat in een situatie zoals in de zaak die heeft geleid tot de Kolom-beschikking recht bestaat op een gedeeltelijke transitievergoeding, kwam voor arbeidsrechtjuristen als een verrassing;
- ii) de Kolom-beschikking betekende niet alleen dat een werknemer in geval van zo’n urenreductie recht krijgt op een gedeeltelijke transitievergoeding;
- iii) de Hoge Raad heeft in de Kolom-beschikking niets bepaald over het moment waarop het recht op de gedeeltelijke transitievergoeding te gelde moet worden gemaakt;
- iv) als gevolg van de Wet van 11 juli 2018 (verder: Wet compensatie transitievergoeding), bestaat in het algemeen voor een werkgever het recht op compensatie in dergelijke gevallen;
- v) [appellant] heeft bij de aanpassing van zijn arbeidsovereenkomst in 2016 aan zijn leidinggevende [Z] gevraagd of hij recht had op een transitievergoeding, en toen van haar te horen gekregen dat dat niet het geval was. [appellant] is afgegaan op de juistheid van die mededeling;
- vi) nadat de Hoge Raad op 14 september 2018 de Kolom-beschikking had gegeven, en [appellant] hiervan via een publicatie in de Telegraaf op de hoogte was geraakt, heeft hij per e‑mail op 18 september 2018 wederom aan GVB verzocht of hij in aanmerking kwam voor een transitievergoeding. [Z] verzocht hierop [X] te reageren op het verzoek van [appellant] , en stelde [appellant] hiervan op de hoogte. [X] antwoordde [appellant] dat de afdeling arbeidsjuridische zaken van GVB zich over de kwestie boog. Na een rappel door [appellant] op 21 november 2018 antwoordde [X] op 22 november 2018 dat een beroep op de gedeeltelijke transitievergoeding slechts binnen drie maanden na aanpassing van het contract kon plaatsvinden, en dat was voor hem op 1 juni 2016. Na enige e‑mailcorrespondentie hierover schreef GVB op 11 februari 2019 het oneens te zijn met de Kolom-beschikking van de Hoge Raad. [appellant] voert te dien aanzien aan dat hij ook na het geven van de Kolom-beschikking direct aan GVB heeft laten weten aanspraak te maken op de transitievergoeding.
“de onzekerheid over (…) het verschuldigd zijn en de hoogte van een vergoeding, in eerste aanleg, zo kort mogelijk gehouden”wordt.